Wetenschappelijk onderzoek: wolven in Nederland eten vooral wild

Uit zojuist gepresenteerde wetenschappelijk onderzoek blijkt dat op de Veluwe wilde zwijnen (aanwezig in 62 procent van de onderzochte uitwerpselen), reeën (56 procent) en edelherten (32 procent) de voornaamste prooidieren voor wolven zijn. In Drenthe, waar vrijwel alleen reeën in het wild voorkomen, voeden wolven zich naast reeën (aangetoond in 63 procent van de uitwerpselen) ook met natuurrunderen (43 procent) die ingezet worden voor natuurbeheer en schapen (10 procent).
In het rapport worden de aanvallen en het doden van schapen en ander vee door wolven wel vermeld, maar dit vormt niet het hoofdonderwerp van deze studie.
Regionaal en seizoensgebonden
In 2023 zijn 735 uitwerpselen van wolven onderzocht. De studie combineert DNA-analyses met microscopisch onderzoek van haren, botresten en andere prooiresten die gevonden werden in de wolvenuitwerpselen. Uit de resultaten blijkt dat het voedingspatroon van wolven sterk varieert per regio, maar ook per seizoen. In de periode van april tot juni, wanneer zowel wolven als hoefdieren hun jongen krijgen, neemt bijvoorbeeld de consumptie van jonge wilde zwijnen en hertenkalveren toe.
Groot aanpassingsvermogen
‘De dieetvariatie per regio en per seizoen laat zien dat wolven opportunistische dieren zijn met een groot aanpassingsvermogen’, vertelt Kevin Groen, onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Groen: ‘Regionale verschillen waren ook te zien in het aandeel schaap in het dieet, bij de Veluwse wolventerritoria gaat het om 5 procent van het dieet, en in Drenthe om 10 procent van het dieet.’ Dat is een relatief klein percentage in vergelijking met het aandeel reeën en runderen.
Runderen in Drenthe
Een opvallende bevinding is het relatief hoge aandeel natuurrunderen in het dieet van wolven in Drenthe. In deze regio leven minder wilde hoefdieren. In Drenthe geldt een zogenaamd nulstand-beleid voor edelhert, damhert en wild zwijn, wat betekent dat deze dieren daar niet of nauwelijks voorkomen.
Kwetsbare dieren
Het onderzoek wijst erop dat veel van de gegeten runderen afkomstig zijn uit kuddes die worden ingezet voor natuurbeheer, zoals Galloway- en Sayaguesa-runderen, die vrij in natuurgebieden grazen. Deze dieren hebben lange tijd zonder wilde roofdieren geleefd. Hierdoor zijn de dieren, en vooral hun kalveren, kwetsbaar. Uit de wolvenontlasting is niet af te lezen of de wolven deze dieren zelf doden of zich voeden met karkassen van natuurlijk gestorven dieren.
Wetenschappelijke basis
Het onderzoek naar het voedingspatroon van de wolven in Nederland is een langdurige studie die in ieder geval loopt tot en met 2025. ‘De wetenschappelijke bevindingen kunnen bijdragen aan het maatschappelijk debat, maar ook aan de onderbouwing van een beter beleid voor wolven in Nederland’, aldus de onderzoekers. ‘Er is nu voor het eerst objectieve informatie over het wolvendieet in Nederland.’ De onderzoekers zeggen te hopen dat deze informatie bijdraagt aan de inspanningen om een vreedzaam samenleven van mens en wolf in Nederland mogelijk te maken.
De onderzoeksinstellingen
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden, Stichting Leo, Universiteit Antwerpen en de Zoogdiervereniging. Centraal onderwerp was het voedingspatroon van wolven in 2023.