Rummenie ziet niets in pachtvorm voor jonge boeren

De loopbaanpacht is een voorstel uit de initiatiefnota ‘Wijsheid in Pacht’ van Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) en Thom van Campen (VVD). Die pachtvorm zou minstens 25 jaar moeten duren, en ophouden bij de AOW-gerechtigde leeftijd van 67.
De opstellers zien dat het overgrote deel van nieuwe pachtovereenkomsten geliberaliseerde pacht betreft, omdat verpachters geen eeuwigdurende overeenkomsten meer willen aangaan. Dat betekent echter wel dat de bodem van die pachtgronden minder duurzaam gebruikt wordt.
Loopbaanpacht, met zijn lange looptijd, heeft dat nadeel niet, stellen Van Campen en Bromet. Aan de ene kant geeft deze vorm de pachter langdurige zekerheid, en daarmee een impuls om te investeren in de kwaliteit van de bodem. En aan de andere kant geeft het verpachters de zekerheid dat ze de grond niet voor altijd aan vast zit, zoals bij reguliere pacht, en dat de bodem ook niet wordt ‘uitgewoond’, wat een risico is bij geliberaliseerde pacht. Ze denken dat loopbaanpacht daarmee een aantrekkelijke pachtvorm wordt.
Jonge boeren
De combinatie van looptijd en leeftijdsgrens betekent echter dat boeren die ouder dan 42 jaar zijn, niet van deze vorm gebruik kunnen maken. Van Campen ziet dat als een voordeel, zeker omdat de regering jonge boeren wil ondersteunen. „Wij denken dat deze vorm jonge boeren de kans geeft om in te stappen en een levensvatbare agrarische bedrijfsvoering op te bouwen”, vertelde hij in de Tweede Kamer, bij de verdediging van de initiatiefnota. „Schaarse ruimte moet worden verdeeld, en jonge boeren verdienen hierin onze aandacht.”
Maar staatssecretaris Rummenie ziet dat niet zitten. Hij is bang dat loopbaanpacht leidt tot leeftijdsdiscriminatie. Wel wil hij een bedrijfsmatigheidstoets invoeren; hij ziet het gevaar dat pachters nadat ze stoppen met het bedrijf hun grond aanhouden voor hobbymatige activiteiten; met de bedrijfsmatigheidstoets, die bijvoorbeeld bij de AOW-gerechtigde leeftijd van de boer kan worden uitgevoerd, wil hij ervoor zorgen dat grond beschikbaar blijft voor de landbouw. Op de vraag hoe hij er dan voor wil zorgen dat er landbouwgrond beschikbaar komt voor jonge boeren, antwoordde hij dat hij daar niet mee bezig is. „Ik wil het accent leggen op waar de grond voor wordt gebruikt”, stelde hij, „niet op leeftijd.”
Van Campen gaf aan dat de termijn van 25 jaar wat hem betreft te bespreken is. „Die termijn is voorgesteld door de belanghebbenden met wie we hebben gesproken.” Maar er gingen ook suggesties voor een termijn van 18 jaar rond, vertelde hij. Als de nieuwe pachtwet er komt, kan dan worden gekeken wat een goede termijn zou zijn.
Tempo nodig
Bromet en Van Campen zijn tot de initiatiefnota gekomen, zeiden ze, omdat het pachtdossier al jarenlang stil ligt – al sinds het Akkoord van Spelderholt uit 2015. Verschillende ministers en staatssecretarissen hebben sindsdien geprobeerd om het pachtstelsel te moderniseren, maar het is er nooit echt van gekomen. „Iedereen wil dat er een nieuwe pachtwet komt”, stelde Bromet, „en verschillende ministers hebben beloofd dat die wet er komt, maar het gebeurt telkens niet.” En dat terwijl er volgens haar in de politiek en in het veld veel eensgezindheid is hoe zo’n nieuwe wet eruit zou moeten zien.
Met de initiatiefnota willen de twee Kamerleden het proces aanjagen, vertelde ze. „Er is één ding belangrijk, en dat is tempo. We hopen dat een nieuw wetsvoorstel nog dit jaar in de Kamer komt.”
Voor de staatssecretaris is dat nu juist net iets te snel. Hij zegde wel toe dat er deze zomer nog een wetsvoorstel op internet wordt geplaatst, ter consultatie. Maar hij kon niet garanderen dat het verwerken van de reacties en het op grond daarvan aanpassen van het wetsvoorstel allemaal nog voor het einde van het jaar plaatsvindt. „Maar in het eerste kwartaal van 2026 moet dat wel allemaal voor elkaar zijn”, zei hij. „Dus het wetsvoorstel komt uiterlijk dan naar uw Kamer.”