Stal-en-Akker.nl logo

  • Menu
  • Nieuws
    • Home
    • Provincies

      Subcategorieën

      • Limburg
      • Noord-Brabant
      • Zeeland
    • Politiek
    • Waterschappen
    • Melkvee
    • Akkerbouw
    • Varkens
    • Pluimvee
    • Opinie
    • Sterke Erven
  • Marktcijfers
  • Video & foto
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
    • Sterke Erven
  • Evenementen
  • Top
  • Het LeerErf
  • Sterke Erven
  • Sterke Erven
NieuwsProvinciesLimburgKnolcyperus: steeds moeilijker te bestrijden

Knolcyperus: steeds moeilijker te bestrijden

Knolcyperus is steeds moeilijker te bestrijden. Een oorzaak vormen de tientallen verschillende genetische variaties. Dit heeft een steeds grotere invloed op de effectiviteit van de bestrijding. De beste bestrijding van knolcyperus is ervoor zorgen dat het perceel niet besmet wordt. De grootste boosdoener is het transport van besmette grond naar niet-besmette percelen. Overigens geeft glyfosaat een tegenovergesteld resultaat bij de bestrijding.

Knolcyperus rukt steeds meer op, vooal in Limburg. Aangezien het steeds meer een grensoverschrijdend probleem vormt werkt de knolcyperus ondernemersgroep van de LLTB samen met het PVL Proef- en Vormingscentrum in het Belgisch Limburgse Bocholt, om samen de knolcyperus uit te roeien. ‘Het probleem is veel erger dan het lijkt’, stelt Johan Geraats, lid van de ondernemersgroep op de LLTB website.

Volgens Geraats is niet precies te bepalen hoeveel percelen in Limburg precies besmet zijn met knolcyperus. Maar hij weet wel dat zo ongeveer elke akkerbouwer in Noord- en Midden-Limburg ermee in aanraking is geweest. Om verdere uitbreiding de kop in te drukken is het volgens Geraats zaak zo snel mogelijk adequate bestrijdingsmogelijkheden te ontwikkelen. De LLTB-ondernemersgroep werkt daartoe samen met het PVL in Bocholt. In de Belgische grensregio’s Maasland en De Kempen speelt het probleem namelijk ook. De Universiteit van Gent en Waterschap Limburg participeren ook in het project en de Wageningen Universiteit gaat aanhaken.

Eerste resultaten

De afgelopen jaar opgestarte onderzoeken tonen inmiddels twee belangrijke zaken aan. De eerste is volgens PVL-onderzoekster Shana Clercx dat een bestrijdingsmiddel beter werkt als er meer water aan wordt toegevoegd. „Een deel van een perceel is bespoten met de verhouding 320 liter/ha, een ander stuk met 480 liter/ha. Op het eerste stuk groeide de knolcyperus na verloop van tijd weer door, terwijl op het stuk waar meer water is gebruikt, de knolcyperus daadwerkelijk werd gedood. Dit betekent dat bestrijding dus nauw luistert; alle planten moeten goed worden geraakt door het bestrijdingsmiddel. Dit is te realiseren door tijdens het spuiten langzaam door het perceel te rijden en meer water te gebruiken.”

Clercx heeft ook proeven gedaan met middelen die nog niet zijn toegelaten door de overheid. Volgens haar zit daar een veelbelovend middel bij. Glyfosaat wordt minder aangeraden aangezien sommige genetische varianten van knolcyperus minder gevoelig hiervoor zijn. Glyfosaat is ook een traagwerkend systeemherbicide waardoor het bovengrondse loof pas 5-6 weken na toepassing volledig afsterft. Tijdens deze periode ervaart de plant een stresssituatie en reageert hierop door massaal kleine knolletjes aan te maken. Een glyfosaattoepassing geeft dus een tegenovergesteld resultaat.

De meest effectieve bestrijding van knolcyperus bij een homogeen besmet perceel is de chemische bestrijding in de maïsteelt. Een andere effectieve manier is het afgraven van de grond, maar dit is in de meeste gevallen enkel mogelijk bij een plaatselijke besmetting.

Genetische variatie

Een toenemend probleem vormen de tientallen verschillende genetische variaties van knolcyperus. Volgens Clercx komen zelfs op percelen die dicht bij elkaar in de buurt liggen, verschillende types voor. Deze verschillende types komen met elkaar in contact en zo ontstaat er weer een nieuw type. Vanwege de snelle verspreiding van het onkruid, ontstaat er in korte tijd een grote diversiteit aan genotypes. In de toekomst zal dit een grote invloed hebben op de effectiviteit van de bestrijding. Wanneer bepaalde knolcyperusvarianten samen voorkomen op een perceel zullen deze zich met geslachtelijke voortplanting door middel van zaden kunnen veredelen, terwijl de generatieve voortplanting met knollen en uitlopers niet afneemt.

Verspreiding

De beste bestrijding van knolcyperus is zorgen dat het perceel niet besmet wordt. Daarom moet voornamelijk ingezet worden op het knolcyperusvrij houden van niet-aangetaste percelen. De grootste boosdoener is het transport van besmette grond naar niet-besmette percelen. Dit is voornamelijk groot grondtransport (aanvulgrond etc.) maar eveneens verslemping, erosie en meegenomen grond aan het grondwerktuig. Op deze factoren zou ingespeeld moeten worden: goede bodemhuishouding, maatregelen op erosiegevoelige gronden, reiniging van machines na gebruik op besmet perceel en besmette percelen als laatst bewerken en oogsten.

De LLTB-ondernemersgroep roept agrariërs op elkaar te informeren bij het aantreffen van knolcyperus. Geraats: „Als een agrariër weet dat er haarden knolcyperus op zijn veld staan, doet hij er goed aan elkaar in te lichten, zodat iedereen maatregelen kan nemen. Wanneer de agrariër het verzwijgt, zorgt het alleen maar voor verdere verspreiding en dat kan onze exportpositie in gevaar brengen.”

Sloten en beken

Zowel Geraats als Clercx onderstrepen dat het uitroeien van knolcyperus niet alleen boeren aangaat. Volgens Clercx vindt er ook een sterke verspreiding plaats via watergangen. Probleem is dat langs beken en sloten geen chemische bestrijding mag plaatsvinden. Daar moet dus naar andere oplossingen worden gezocht. Voor Waterschap Limburg reden in het project te participeren. Volgens Geraats moeten ook natuurorganisaties alert zijn op de aanwezigheid van knolcyperus. „We moeten dit met z’n allen aanpakken.”

Foto van Guus Queisen
Tekst: Guus Queisen

Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.

Beeld: LLTB

Deel dit artikel
Twitter
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
E-mail
Meer soortgelijk nieuws lezen?
Sloot dit artikel goed aan bij jouw behoefte? Wellicht is/zijn de volgende site(s) dan ook interressant voor jou:
Akkerwijzer.nl logo
Alles over de akkerbouw, economische ontwikkelingen, verschillende teelten, gewasbescherming, bodemgezondheid, bewaring, bemesting, marktprijzen en het weer.
Praat mee
Stal & Akker is ook actief op verschillende social media. Volg ons, blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws en praat mee.
Facebook Twitter LinkedIn Instagram
Nieuwsbrief
Ontvang twee keer per week gratis het belangrijkste agrarische nieuws uit Zuid-Nederland in je mailbox. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Stal-en-Akker.nl en bevestig je aanmelding via de toegestuurde mail.
Wij wijzen je op het privacy statement van Agrio Uitgeverij B.V.

Provincies
  • Limburg
  • Noord-Brabant
  • Zeeland
Politiek
Waterschappen
    Melkvee
    Akkerbouw
    Varkens
    Pluimvee
    Opinie
    Stal-en-Akker.nl © 2025 - Uitgave van Agrio Uitgeverij B.V. - RSS | Privacyverklaring | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Adverteren | Abonneren | Contact redactie | Klantenservice | Cookie instellingen
    • Nieuws
      • Home
      • Provincies
        • Limburg
        • Noord-Brabant
        • Zeeland
      • Politiek
      • Waterschappen
      • Melkvee
      • Akkerbouw
      • Varkens
      • Pluimvee
      • Opinie
    • Marktcijfers
    • Video & foto
    • Dossiers
    • Kennispartners
    • Vakblad
      • Jaargangen
      • Verschijningsdata
      • Abonneren
    • Evenementen
    • Top
    • Het LeerErf
    Top