Wiersma presenteert begroting voor 2026: met extra miljarden stapsgewijs van het stikstofslot
Meer details over doelsturing ministerie van LVVN: uiterste sanctie is (tijdelijk) innemen productierechten

Dit geld gaat onder meer naar doelsturing, innovaties en natuurmaatregelen. 'Ook wordt jaarlijks structureel 146 miljoen uitgetrokken voor programma’s die boeren en tuinders vooruithelpen', schrijft het ministerie in een eigen bericht. 'De programma’s richten zich op innovatie, bedrijfsovernames, investeringen en andere steun om bedrijven klaar te maken voor de toekomst. De totale begroting van LVVN in 2026 komt uit op circa 4,3 miljard euro.'
'Stapsgewijs van het stikstofslot'
Het ministerie van LVVN heeft naar eigen zeggen een missie. 'Nederland moet zo snel mogelijk van het stikstofslot. Dat kan alleen stapsgewijs. Ook al is het kabinet demissionair, we moeten aanvullende maatregelen nemen om stikstof te reduceren en de natuur te herstellen. Daarom komt het kabinet bovenop het startpakket van april nu met een vervolgpakket van 2,6 miljard euro incidenteel en 287,5 miljoen euro structureel.'
Doelsturing
Het pakket bestaat uit verschillende maatregelen die voortbouwen op het startpakket. 'Zo wil het kabinet extra geld investeren in doelsturing. Dit is een systeemomslag waarbij boeren vanuit hun eigen expertise en ondernemerschap zelfstandig op doelen kunnen sturen, zoals stikstofreductie. De bindende, bedrijfsspecifieke doelen voor de landbouw worden in 2026 vastgesteld. Daarom reserveert het kabinet nu extra geld om het data- en monitoringssysteem op te zetten, een toezicht- en handhavingsregime te ontwikkelen en met pilots aan de slag te gaan.'
Ook is er in het vervolgpakket geld gereserveerd voor innovaties, en is er jaarlijks extra budget voor agrarisch natuurbeheer, waardoor het aantal hectare met beheer kan groeien van 100.000 naar ongeveer 280.000 hectare. 'Daarnaast is er extra budget voor de vrijwillige beëindigingsregeling, de Aanpak Piekbelasting Industrie, natuurherstelmaatregelen en een gebiedsgerichte aanpak in de regio’s rond Rotterdam, Eindhoven en in het Groene Hart. De totale investering die dit kabinet doet voor stikstofreductie, landbouw en natuur (startpakket en vervolgpakket) komt daarmee uit op 5,6 miljard euro incidenteel en 500 miljoen euro structureel.'
In gesprek
Het vervolgpakket wordt financieel gedekt uit het resterende budget van de landbouwenveloppe van het hoofdlijnenakkoord. 'De komende periode gaat het kabinet in gesprek over de exacte invulling en de uitvoering hiervan.'
Borging stikstofreductie: streefwaarden doelsturing na overleg met NAJK, LTO en Agractie
Voor natuurherstel en het op gang brengen van de vergunningverlening is het cruciaal dat de beoogde stikstofreductie daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Het ministerie van LVVN schrijft: 'Het kabinet heeft daarom aanvullende afspraken gemaakt over de zogenoemde ‘borging’ van de maatregelen. In het startpakket was al afgesproken dat dat de sectoren mobiliteit en industrie in 2035 50 procent stikstofreductie moeten hebben behaald, en de landbouwsector 42-46 procent (ten opzichte van 2019). Aanvullend daarop komen er streefwaarden voor alle drie de sectoren voor 2030. Als uit monitoring, vanaf 2027, blijkt dat de streefwaarde niet wordt gehaald, beziet het kabinet aanvullende maatregelen.'
Deze streefwaarden worden nog voorbereid. LTO, NAJK en Agractie worden genoemd als de partijen waarmee de minister in gesprek wil. Wiersma schrijft aan de Tweede Kamer: 'Voor 2030 nemen we in het op te stellen programma bij de ‘spoedwet vervangen omgevingswaarde stikstof’ (waarin ook de omschakeling naar emissiebeleid wordt vormgegeven) concrete streefwaarden op voor alle sectoren op sectorniveau. Op die wijze is de aanpak van de programmatische invulling via de Omgevingswet ook wettelijk geborgd. We bezien op basis van de monitoring (de eerste keer in 2027 en daarna in elk geval elke twee jaar) de stand van zaken.'
Doelsturing koppelen aan productierechten
De aanvullende maatregelen zullen gericht zijn op boeren die de doelen niet lijken te gaan halen. Wiersma schrijft: 'Als uit de monitoring blijkt dat het realiseren van de streefwaarde voor de landbouw niet gehaald wordt dan besluit het kabinet tot aanvullende maatregelen, die gericht zullen zijn op de ondernemers die achterblijven bij de doelen. Zij dienen dan op korte termijn een bedrijfsplan op te stellen en te gaan uitvoeren hoe zij aan hun doelen gaan voldoen, die aansluit bij de programmatische aanpak. Dat wordt ook wettelijk verplicht en de systematiek van de omgevingswet is van toepassing. In dat bedrijfsplan moet aandacht besteed worden aan de verschillende instrumenten en mogelijkheden die de gestelde doelen wel bereiken, bijvoorbeeld innovatie, extensivering, managementmaatregelen en/of best beschikbare technieken. Daarnaast kan het kabinet bijvoorbeeld met extra vrijwillige beëindigingsregelingen komen. Bij eventuele maatregelen wordt nadrukkelijk gekeken naar die ondernemers die achterblijven (‘geen straf op goed gedrag’). Daarbij zullen ook de flankerende en randvoorwaardelijke stappen gerealiseerd moeten worden (bijvoorbeeld vergunningen voor het realiseren van de maatregelen, subsidies, et cetera).'
Als bijvoorbeeld een melkveehoduer de streefwaarde dan nog niet haalt, volgt een sanctie. 'Voor de melkveehouderij wordt onder andere een koppeling aan fosfaatrechten uitgewerkt. Als een veehouder niet aan de bedrijfsspecifieke norm voldoet, moet hij maatregelen nemen om emissies op zijn bedrijf te reduceren, bijvoorbeeld met managementmaatregelen, door (tijdelijk) minder dieren te houden of extra productierechten aan te houden. Als dit niet gebeurt en de veehouder de norm in 2035 niet haalt, volgt een sanctie zoals een boete of een last onder dwangsom. Van belang is dat de sanctie proportioneel is in relatie tot de overtreding. Zo mag het betalen van een boete niet aantrekkelijker zijn dan het nemen van maatregelen. Bij herhaaldelijke en/of zwaardere overtredingen zijn zwaardere handhavingsinstrumenten passend. Als zwaarste instrument voorziet het kabinet in exceptionele gevallen van structurele en verwijtbare overschrijding het handhavend sturen op het aantal dieren dat op het bedrijf gehouden mag worden, bijvoorbeeld doordat de benutting van een productierecht (tijdelijk) kan worden bevroren of ingenomen.'
Rode-dieselgeld naar innovatie en vernieuwing
Een andere belangrijke aanpassing aan de begroting is de inzet van structureel 146 miljoen euro om boeren, tuinders en loonwerkers perspectief te bieden. 'Dit bedrag was bestemd voor de herinvoering van rode diesel, maar dit bleek complex in de uitvoering. Daarom wordt dit bedrag nu vrijgemaakt zodat dit geld sneller op het boerenerf terecht komt. Er wordt geïnvesteerd in programma's waar boeren op korte termijn wat aan hebben, die aansluiten bij de praktijk en zoveel mogelijk voortbouwen op bestaande en succesvolle aanpakken.'
Zo gaat het geld naar: regelingen voor bedrijfsovername, innovatie en investeringen, via het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vanaf 2028, arbeidsbesparende technieken, via robotisering, innovatie en digitalisering, Het Nationaal Groenfonds, waarbij ondernemers tegen gunstige rente kunnen investeren in verduurzaming, zoals nu al via het Investeringsfonds Duurzame Landbouw en plannen waarmee boeren hun bedrijfsplannen toekomstbestendig kunnen maken en werken aan hun veerkracht.
De bindende, bedrijfsspecifieke doelen voor de landbouw worden in 2026 vastgesteld.
Ministerie van LVVN

Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.

Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Ministerie van LVVN