Provincie Limburg past provinciaal stikstofplan aan

Uit de participatiegesprekken met de Plattelandscoalitie, LLTB, LAJK, gemeenten, bedrijven in de keten om de landbouw, Rabobank en de LWV zijn tien veranderpunten ontstaan. Het LOS is begrijpelijker gemaakt en de toon is aangepast. Ook zijn de doelen en de aanpak van het LOS verduidelijkt. Teksten over zoneringen, aanpak en verordening zijn op elkaar afgestemd zodat de relatie tussen LOS en de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) duidelijker is.
Haalbaarheid
Gedeputeerde Faassen zegt toe dat er over de haalbaarheid en doelen meer duidelijkheid komt, maar dat dit op het moment nog niet mogelijk is omdat er gewacht wordt op informatie vanuit het Rijk. Daarnaast is er besloten om de mogelijkheden voor een provinciale stikstofdepositiebank te onderzoeken. Er is een proces gestart om te onderzoeken waar en wanneer er ruimte is om de stikstofdepositiebank mogelijk te maken.
Meetbaarheid
De algemene en gebiedsgerichte maatregelen zijn afgestemd op hoe ingrijpend ze zijn, hoe ze worden uitgevoerd en hoe het resultaat meetbaar is. Ook is de bijdrage van verschillende sectoren en de impact van stikstof uit het buitenland duidelijker beschreven in het LOS. Ook komt er een rapport over de sociaaleconomische impact van het plan. Het rapport zal inzicht bieden in effecten op maatschappelijk, sociaal-economisch en leefbaarheidsvlak. Het idee is dat het rapport helpt bij het bijsturen van de maatregelen.
Vier focusgebieden
Het LOS is opgebouwd rond vier focusgebieden: De Peel, Sarsven & de Banen, Maasduinen en Geuldal/Mergelland. Hier worden maatregelen genomen die zowel de stikstofuitstoot moeten verminderen als economische ruimte moeten geven. De maatregelen zijn vrijwillig en worden ondersteund door financieringen en lokale samenwerkingen. Boeren die niet mee kunnen of willen werken lopen het risico dat hun bedrijfsvoering beperkt wordt door regulering, of dat ze in gebiedsprocessen onder druk raken.
Duidelijkheid gebiedsaanpak
Er was behoefte aan duidelijkheid wat betreft de gebiedsaanpak. Daarom is de aanpak in de focusgebieden duidelijk beschreven in het LOS. Voor de niet-focusgebieden is een basisaanpak uitgewerkt met afspraken over de samenwerking, capaciteit en middelen. Daarnaast wordt er gewerkt aan een plan voor toezicht en handhaving, dat eind 2025 gereed moet zijn. De provincie Limburg zal om meer steun vragen bij het Rijk. Omdat er na het wegvallen van het ‘Nationaal Programma Landelijk Gebied’ nog geen zicht is op nieuwe rijksmiddelen als geld en medewerkers, kiest de provincie voor een minimale inzet in alle Natura 2000-gebieden en extra inzet in de vier focusgebieden.
Tekst: Lorena Bronk
Beeld: Bram Teeuwsen
Bron: Provincie Limburg