Agrarische grondprijs in Limburg, Noord-Brabant gestegen, in Zeeland gedaald

In de provincies Limburg en Noord-Brabant is de gemiddelde agrarische grondprijs in het derde kwartaal van 2025 met respectievelijk 2,0 en 2,7 procent gestegen. Zo meldt het Kadaster verder. In Zeeland is de grondprijs met 2,2 procent gedaald.
Friesland laagst, Flevoland hoogst
De gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland is in het derde kwartaal van 2025 uitgekomen op 92.900 euro per ha. Dat is 4,0 procent hoger dan de grondprijs in het tweede kwartaal van 2025 en 4,6 procent boven de gemiddelde grondprijs over heel 2024 van 88.800 euro per ha. De gemiddelde agrarische grondprijs loopt in het derde kwartaal van 2025 uiteen van 64.100 euro in Friesland tot 182.100 euro per ha in Flevoland. In de overige provincies ligt de grondprijs tussen 84.100 euro in Drenthe en 108.200 euro per ha in Noord-Brabant.
Bouwland en grasland
De gemiddelde prijs van bouwland steeg in het derde kwartaal van 2025 met 8,1 procent naar 106.500 euro per ha. Dat is 4,4 procent boven de gemiddelde prijs van bouwland over heel 2024. Die was toen 102.000 euro per ha.
De gemiddelde prijs van grasland is in het derde kwartaal van 2025 met 3,4 procent gedaald tot 80.600 euro per ha. Dat is 2,3 procent boven de gemiddelde prijs van grasland in 2024. Die was toen 78.800 euro per ha.
De gemiddelde prijs van snijmaisland is in het 3e kwartaal van 2025 met 5,1 euro gestegen tot 95.600 euro.
5.200 ha verhandeld
In het derde kwartaal van 2025 is in Nederland in totaal 5.200 ha landbouwgrond verhandeld. Dat is 167 ha meer dan in hetzelfde kwartaal van 2024. Dat komt neer op 3,3 procent.
Van het vierde kwartaal 2024 tot en met het derde kwartaal van 2025 is in totaal 33.500 ha grond in andere handen overgegaan. Dat is 3.560 ha meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt neer op 11,9 procent.
Relatieve grondmobiliteit
De relatieve grondmobiliteit bestaat uit het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond. Deze was in de laatste vier kwartalen 1,86 procent. In dezelfde periode van het jaar daarvoor was deze nog 1,67 procent. De relatieve grondmobiliteit varieerde tussen het vierde kwartaal van 2024 en het derde kwartaal van 2025 van 1,14 procent in Flevoland tot 2,76 procent in Limburg. In vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder is de relatieve grondmobiliteit het sterkst gedaald in Utrecht met 0,3 en in Flevoland met 0,2 procentpunt. In Drenthe en Limburg is de grondmobiliteit het sterkst gestegen met 0,6 en 0,5 procentpunt.
Grondprijzen overige provincies
In de provincies Overijssel en Gelderland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het derde kwartaal van 2025 met 1,8 en 2,6 procent gestegen.
In de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht is de gemiddelde agrarische grondprijs in het derde kwartaal van 2025 met respectievelijk 0,9, 3,6 en 4,3 procent gestegen.
In de provincie Drenthe is de gemiddelde agrarische grondprijs in het derde kwartaal van 2025 met 2 procent gestegen. In Friesland en Groningen is de grondprijs vrijwel gelijk gebleven. In de provincie Flevoland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het derde kwartaal van 2025 nagenoeg hetzelfde gebleven.
Verschil landelijk en provinciaal
De landelijke agrarische grondprijs is in het derde kwartaal van 2025 met 4,0 procent gestegen, terwijl in alle provincies de grondprijs minder hard steeg of juist afnam. De reden is dat de provinciale kwartaalprijzen zijn berekend als het voortschrijdende gemiddelde over vier kwartalen, terwijl de landelijke kwartaalprijs de daadwerkelijke prijs van het kwartaal is. Het provinciale voortschrijdende gemiddelde ijlt daardoor iets na op de landelijke kwartaalprijsontwikkeling.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief
