Column: Haal Wiersma en RIVM maar van stikstof af

André Flach van de SGP kreeg in mei steun voor zijn motie over het stikstofdepositieonderzoek uit 2014 van het RIVM in de duinen bij Solleveld (Den Haag). Daaruit blijkt de droge depositie zes keer lager te zijn dan wat Aerius voorspelt. Flach schetst in zijn motie dat Aerius voor de duinen de depositie overschat en ‘verzoekt de regering erop aan te dringen dat voor duingebieden niet alleen gecorrigeerd wordt voor onverklaarbare concentratiemetingen, maar ook voor onverklaarbare depositiemetingen, zolang het tegendeel niet is bewezen’.
Overschatting depositie
Uit een eerdere publicatie blijkt het RIVM metingen namelijk flink te corrigeren. In de duinen met een factor 2,4. Flach stelt voor om dat op basis van het wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd voor stikstofdepositie nu ook te doen. Klinkt logisch en zou consistent zijn. Daar komt bij dat het RIVM met een onverklaarbaar gat zit tussen concentratiemetingen en concentratieberekeningen. Dat werd eerst toegeschreven aan ammoniak uit zee, maar daar is het RIVM op teruggekomen. Meest logische verklaring door het onderzoek in Solleveld is overschatting van de depositie.
Demissionair minister Wiersma lijkt niets met de motie te doen. Bij de update van Aerius zakt de depositie in de duinen wel met 150 mol, maar dat komt niet door een correctie op depositiemetingen. Dan had het nog veel verder moeten zakken. Flach stelt de minister daar vragen over en wil weten hoe de minister de update van Aerius van het RIVM waardeert ‘zonder de door de Kamer gevraagde correctie voor depositieonderzoek in duingebied’.
Wiersma beantwoord vraag niet
Haar antwoord: „De kennisnotitie die het RIVM heeft gepubliceerd over dit onderwerp geeft een heldere uiteenzetting van de verschillende type metingen en de verschillende mogelijke toepassingen van die metingen. Hieruit komt duidelijk naar voren dat de metingen in Solleveld uit 2014 niet geschikt zijn om de landelijke berekeningen van de stikstofdepositie te kalibreren.”
Hier gaat het helemaal mis. Flach vroeg specifiek naar een correctie voor de duinen, waar het onderzoek van Solleveld zich toe beperkte. Maar de minister maakt er een kalibratie van voor heel Nederland, en dat kan niet op basis van het onderzoek van Solleveld. Nogal wiedes. En dat wordt ook helemaal niet gevraagd. De notitie van het RIVM maakt vooral duidelijk dat metingen ingewikkeld en duur zijn, en vaak helemaal niet kunnen.
Ruime vraagstelling
In de notitie beantwoordt het RIVM vijf ruim omschreven vragen die het ministerie stelde naar aanleiding van de motie. Het biedt het RIVM, zo lees ik het tenminste, alle ruimte om pijnlijke conclusies te vermijden. De vraag die het dichtst bij de motie komt, luidt: „Wat is de huidige rol van onderzoek naar droge depositie in het monitoringsproces? En hoe past het onderzoek in duingebied Solleveld in dat geheel?” Het samengevatte antwoord van het RIVM is dat het onderzoek in Solleveld uit 2014 slechts één meetcampagne is. Er loopt nu nieuw onderzoek. De uitkomsten van het oude en nieuwe onderzoek, aangevuld met andere onderzoeken, moeten uitwijzen of er straks een aanpassing gaat komen.
De motie roept de minister op om druk te zetten om iets met het onderzoek te doen. Die druk bestaat blijkbaar uit het beantwoorden van vijf vragen die met het onderwerp samenhangen. En de juiste vraag ‘Waarom corrigeren jullie wel voor luchtconcentraties, maar niet voor deposities?’ staat er niet eens tussen. Het is per definitie al raar dat je voor het antwoord van de minister eerst een kennisnotitie moet lezen. Dan neem je de Tweede Kamer niet serieus.
Om motie heen gewandeld
Mijn conclusie is dat er weer eens keurig om een motie van de Tweede Kamer heen is gewandeld en er niets verandert. Het enige wetenschappelijke onderzoek naar droge depositie in de duinen uitgevoerd in Nederland blijft dus op de plank liggen. En het model dat wetenschappelijk wordt afgeschoten voor vergunningverlening blijft overeind. Aan die houding van het RIVM is niets wetenschappelijks meer. Zo blijft de vergunningverlening in de kustprovincies onnodig op slot, ook voor woningbouw en wegen. En dat een minister daar niets mee doet, geeft ook te denken. De puf is er blijkbaar uit bij Wiersma.




