Brabantse groentetelers maken zich grote zorgen: ‘Met dit voornemen zijn onze bedrijven nauwelijks te financieren’

De Provinciale Staten van Brabant moet daar nog mee instemmen, maar de plannen zorgen voor grote onrust onder akkerbouwers. „De gewassen die wij hier in West-Brabant telen, zoals prei, broccoli, ijsbergsla, sperziebonen, koolrabi, knolvenkel, zoete aardappel, rabarber en bleekselderij, hebben water nodig op het juiste moment en soms bescherming tegen ziekten of plagen. Zonder dat kunnen wij ze simpelweg niet oogsten”, zegt Erica van Aert, teler bij de Brabantse Wal die insprak namens telersorganisatie Holland Crop.
Waarde valt weg
Ze is ten einde raad. „Wij zijn jonge ondernemers die vragen om toekomstperspectief. Wij willen de bedrijven van onze ouders kunnen overnemen, zoals zij die van hun ouders hebben overgenomen. Maar hoe moeten we dat doen als de waarde onder onze bedrijven wegvalt? Hoe moeten wij verder als de grond waar ons leven op gebouwd is onzeker wordt? Wat schieten de Brabanders hiermee op?”
Ze willen best meedenken, maar de vergunningplicht gaat veel te ver. „Wij werken elke dag aan het verder verduurzamen van onze bedrijven. Dat doen we niet omdat het moet, maar omdat we dat zelf belangrijk vinden. We gebruiken moderne technieken om onze impact zo klein mogelijk te maken. Denk aan camera-gestuurde schoffelmachines, spotsprayers die alleen spuiten waar het echt nodig is, en natuurlijke vijanden die plagen onder controle houden. We zijn dus helemaal niet tegen ontwikkeling. Integendeel: we investeren juist voortdurend in schonere, slimmere en duurzamere teelten. Maar om dat te kunnen blijven doen, moeten we wél de ruimte en tijd krijgen om ons bedrijf door te ontwikkelen.”
Flink geïnvesteerd
Groenteteler Martijn Hendrickx ziet de toekomst somber in als de nieuwe regels daadwerkelijk worden ingevoerd. „Driekwart van ons areaal valt weg, want die percelen liggen opeens in de overgangszone. We hebben al flink geïnvesteerd en tweederde reductie gehaald van gewasbeschermingsmiddelen. We hebben een keurmerk voor onze groente. Maar we kunnen niet op alle fronten investeren. We hebben een bepaald budget. Je kunt niet groen doen als je rood staat. Binnen vijf jaar kan ik niks meer realiseren.”
Tijdens het inspreken bleek dat akkerbouwers onlangs nog grond hebben aangekocht, met een prijs zonder beperkingen op die grond. Zo maakt akkerbouwer Richard de Nijs zich grote zorgen over het voortbestaan van zijn bedrijf. „We hebben de grond een paar jaar terug aangekocht voor 97.000 euro en daar op gefinancierd. We moeten rente en aflossing betalen, via de opbrengsten van het land. Biologische groenten hebben óók water nodig, dus dat is geen optie. Onze grond nu nog slechts 40.000 euro waard. Een jong gezin staat straks op straat.”
Geen compensatie
Hendrik Hoeksema, hoofdbestuurder bij ZLTO, is boos. „En dan komt plots de mededeling dat er een vergunningplicht komt voor het gebruik van water en gewasbescherming in de overgangsgebieden rond Natura 2000. Met omgekeerde bewijslast. Dat betekent dat iedere individuele boer moet aantonen dat zijn bedrijfsvoering géén significante schade veroorzaakt. Die onderzoeken zijn extreem duur en de uitkomst is onzeker. Voor nadeelcompensatie komen we vervolgens niet in aanmerking, want dat zou Staatsteun zijn of ‘er is geen geld’. Dit zet bedrijven acuut klem en bedreigt hun voortbestaan.”
Hij gaat verder: „De redenering achter dit beleid is bovendien niet alleen een bedreiging voor landbouw, maar voor de hele samenleving. Met dezelfde logica zou je recreatie, toerisme, verkeer, woningbouw en zelfs hondenuitlaten moeten beperken of verbieden. En met de komst van de Europese Natuurherstelverordening raakt dit straks ook gebieden buiten Natura 2000. In plaats van Brabant te openen, trekt Brabant de economie verder het moeras in.”
Volgens hem gebeurt er al het een en ander en staat dat nu ook op het spel. „In De Bult werken 34 boeren met extra peilbuizen en debietmeters om inzicht te krijgen. In het Versailles van het Noorden denken boomkwekers actief mee aan hun toekomst. Waarom zou de sector blijven meebewegen als de tafel waar we aan zitten steeds kleiner wordt, tot hij feitelijk niet meer bestaat?”
Niet gehoord
BAJK-bestuurder Lotte van Heesbeen geeft aan dat ze zich niet gehoord voelt. „De waardedaling van de grond bedreigt de continuïteit van bedrijven. Wat vindt u ervan als u meerdere kamers in uw woning of tuin niet meer mag gebruiken zonder compensatie?”
Bas Aarts (Stichting Leefbaar Peelland), stelt: „Wie deze maatregelen heeft bedacht, moet wel een gruwelijke hekel hebben aan de landbouw hebben. Onze bedrijven zijn nauwelijks nog te financieren en waardeloos geworden.”
Biologische melkveehouderij en biologische akkerbouw
Uit een ambtelijke presentatie van de provincie Brabant bleek dat biologische telers een vrijstelling krijgen, ook de spotsprayer komt in aanmerking voor een vrijstelling (via een passende beoordeling). De provincie wil grasland behouden en ziet rond natuurgebieden vooral kansen voor de (biologische) melkveehouderij en biologische akkerbouw. Volgens de akkerbouwers is dat lastig te realiseren op zandgrond en hebben biologische gewassen ook water nodig. Bovendien is het maar de vraag of er gewerkt kan worden met biologische gewasbescherming vanwege de vergunningplicht. Gedeputeerde Staten van Brabant zegt gedwongen te zijn tot de nieuwe regels vanwege rechtszaken en handhavingsverzoeken ‘die niet eeuwig uitgesteld kunnen worden’.
Het leverde veel kritische vragen op van Statenleden, ook van coalitiepartijen zoals LokaalBrabant. Zo zijn er zorgen over de uitvoerbaarheid en handhaving. Maar ook over het ontbreken van nadeelcompensatie. Dat is namelijk niet mogelijk bij een vergunningplicht, maar wel als zaken via de omgevingsverordening worden geregeld. Partij voor de Dieren is bang dat een toename van exensivering en grasland rond natuurgebieden leidt tot meer jacht op ganzen. De vragen liepen dus nogal uiteen.
Handhavingsverzoeken
Piera Fehres, teamleider Natura 2000 bij de provincie Brabant: „De vergunningplicht voor gewasbeschermingsmiddelen bestaat al, in heel Nederland (bij Natura 2000-gebieden, elke keer als er gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, licht ze later toe, red). Dat is de situatie waarin we zitten. We proberen handen en voeten te geven aan wat wel en niet kan, want die duidelijkheid is er nu niet. We hebben handhavingsverzoeken liggen, daar moeten we op reageren. We moeten er wat mee.”
Brabant verwijst daarvoor naar een uitspraak van de Raad van State over de lelieteelt in Drenthe. Ze licht dat even later verder toe: „We doen niet niets, omdat we anders verder op slot dreigen te komen zitten.”
De ambtenaar noemt ‘bestaand gebruik’. „De referentiesituatie is het moment dat een Natura 2000-gebied werd aangewezen. Dat betekent dat er meer mogelijkheden zijn voor bedrijven die ergens al heel lang boeren. We moeten wel een juridische toets doen om vast te stellen wat het bestaand gebruik dan is.”
Ze zegt dat de Brabantse ambtenaren uitvoering geven aan het participatieproces. Met grondeigenaren gaat de provincie nog in gesprek, als er wat meer duidelijkheid is. De natuurkwaliteit in de gaten houden, gebeurt via natuurdoelanalyses, licht ze toe.


