Maartin van der Velden stopt als varkenshouder na vele tegenwerking: 'Ik heb er slapeloze nachten van gehad'

„Ik was zo trots op ons bedrijf, maar ik moest me altijd verdedigen”, zo vertelt Van der Velden in een interview aan De Limburger. Volgens Van der Velden moest hij steeds opnieuw uitleggen waarom zijn manier van werken verantwoord was voor de omgeving en de natuur.
Piekbelaster
Eind 2023 kwam de opkoopregeling en daarbij kreeg het varkensbedrijf van Van der Velden de stempel van ‘piekbelaster’. Toen het varkensbedrijf in juni 2024 een vergunning kreeg om uit te breiden met 11.000 biggen, dus van 17.000 naar 28.000 was er weerstand. Voor Van der Velden was dit aanleiding om na te denken over de toekomst.
Minder dieren
Van der Velden wist niet of zijn één van zijn kinderen opvolger konden worden. Het moderne bedrijf kon op het gebied van uitstoot technisch niets verbeteren. Het varkensbedrijf had de modernste luchtwassers, warmtepompen en installaties voor mestwerking. Het bedrijf was volledig circulair: de varkensmest ging in de vorm van kunstmestkorrels naar de akkerbouwers en de speenbiggen werden met een eigen vrachtwagen naar Duitsland gebracht. „De enige oplossing was minder dieren. Maar dat kon financieel niet uit. Ik heb er wel slapeloze nachten van gehad”, vertelt hij aan De Limburger.
Woonwijk
Daarom besloot hij in december 2024 om alsnog gebruik te maken van de stoppersregeling. De sloop van het bedrijf zal naar verwachting nog een jaar duren. Daarna zal er een woonwijk van naar schatting twee- tot vierhonderd woningen gebouwd worden.
Van der Velden ziet naar eigen zeggen wel wat er op zijn pad komt. „Ik heb in ieder geval niet meer 24/7 de zorg voor de dieren. Dat geeft rust. Ik hoef niet meer altijd en overal deze mooie bedrijfstak te verdedigen. Maar het ondernemen blijft erin. Vanaf 2027 weet ik wat ik ga doen. Want ik wil ’s morgens wel opstaan met een doel”, zegt hij tegen dagblad De Limburger.
Tekst: Pigbusiness redactie
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: De Limburger

