Kunstmestbedrijf Sluiskil moet toch stikstofonderzoek doen

Dat is het gevolg van een einduitspraak van de hoogste bestuursrechter van dit land. Die stelt milieuclub MOB (Mobilisation for the Environment) vandaag in hoger beroep geheel in het gelijk. De uitspraak betekent een fikse domper voor de Zeeuws Vlaamse fabriek die stikstofhoudende kunstmest produceert.
Yara en ook de provincie Zeeland hoopten tevergeefs dat de Raad van State MOB om technisch-juridische redenen alsnog niet-ontvankelijk zou verklaren. Want MOB had pas in maart 2020, ruim een jaar na verstrijken van de beroepstermijn van de verleende natuurvergunning, beroep ingesteld.
Zienswijze
Volgens Zeeland en Yara was dat veel te laat en niet-verschoonbaar. De Raad van State vindt de termijnoverschrijding wel verschoonbaar. Want de provincie vergat het vergunningenbesluit naar MOB op te sturen terwijl de milieuorganisatie eerder een zienswijze had ingediend.
Verder struikelt de eind 2018 verleende natuurvergunning van Yara over de 18-december-intern salderen-uitspraak van de hoogste bestuursrechter. Daardoor zal er alsnog een passende beoordeling moeten worden gemaakt over de natuureffecten van de stikstofuitstoot van de fabriek. En de provincie Zeeland zal daarbij nog moeten aantonen dat de natuur in de omgeving van de fabriek er zeker niet verder op achteruit zal gaan.
Zodra de onderzoeken rond zijn en Zeeland een nieuw vergunningenbesluit heeft genomen kunnen de tegenstanders direct in beroep naar de Raad van State stappen en hoeven ze niet eerst langs de lagere rechter. Of en welke gevolgen deze uitspraak voor de bedrijfsvoering van Yara heeft is nog niet bekend. Wordt vervolgd.
Tekst: Jan van Ommen Cerberus
Beeld: Suzanne Rexwinkel
