BMC Moerdijk wil niet meer pluimveemest gaan verwerken

BMC Moerdijk kocht onlangs een terrein van 4 hectare pal naast de energiecentrale waar pluimveemest wordt verbrand. Op een deel van het terrein zal een overdekte opslagruimte voor pluimveemest worden gebouwd. Ook gaat BMC er de as die resteert na de verbranding opslaan. Het geeft mogelijkheden om ons productieproces verder te verbeteren en de as beter te verwaarden, zegt Gerd-Jan de Leeuw, manager Mest en Materialen bij BMC tegen Agro & Chemie.

Momenteel verwerkt BMC ongeveer een derde van alle pluimveemest die er in Nederland beschikbaar is. Bij een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit neemt de vraag naar pluimveemest toe en dalen de afzetkosten voor de pluimveehouder. Dat lijkt gunstig voor de pluimveehouder, maar als dit in de praktijk leidt tot een onrendabele businesscase en het wegvallen van andere verwerkers, dan zullen de afzetkosten op termijn alsnog stijgen, stelt De Leeuw.

Productieproces verbeteren

De rest van de Nederlandse pluimveemest wordt nu geporteerd, onder meer naar Duitsland waar het deels wordt vergist, of na compostering naar Belgien Frankrijk (en deels in Nederland). Tot slot wordt een deel in de vorm van mestkorrels wereldwijd geporteerd.

BMC wil blijven werken aan het verbeteren van het productieproces, vertelt De Leeuw. Door de centrale nog stabieler te laten draaien wordt het mogelijk om zo veel mogelijk energie uit elke ton mest te halen. Het is mogelijk ook interessant om bepaalde fracties uit de as te isoleren, bijvoorbeeld door bed- en vliegas afzonderlijk te verwaarden of door fosfor te extraheren, zegt De Leeuw tegenAgro & Chemie.