De brief van Huub Fransen: ‘Naar een slagvaardiger land’
Naar informatie vanuit veehouderij en de periferie is helemaal niet geluisterd. Er zijn zelfs feiten verdraaid en er is op cruciale momenten informatie achtergehouden. Ik heb de gedeputeerden toen per ongeluk leugenaars genoemd. Sorry daarvoor.
De bestuurders van Brabant doen hiermee nog een schepje bovenop de regelgeving zoals die als door Den Haag en Brussel is vastgesteld. Op zich een vreemde zaak dat een klein stukje Nederland zich zo bezighoudt met zon ingewikkeld en internationaal georiteerd dossier. Milieubelasting en voedselproductie gaan de Brabantse grenzen ver over.
De provincie heeft het in haar onderbouwing over verduurzaming van de landbouw. Het gaat niet over minder boeren en dieren, maar om de beste landbouw van de wereld met een goed inkomen voor de boer. Omvang doet er dan niet toe. Om dit te bewerkstelligen bieden ze ook mogelijkheden, zoals plaats voor grootschalige mestverwerking en groei van veehouderijbedrijven op plekken waar het kan. Hiervoor moeten ondernemers aankloppen bij de gemeentes, want die geven uiteindelijk de vergunning af.
Binnen de gemeenteraad blijkt het moeilijk om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Populisme viert hier hoogtij, net zoals in Den Haag. Een gemeentepoliticus durft niet meer te kiezen. Zijn kop gaat eraf als er een kleine groep mensen niet eens is met zijn beslissing. Zelfs de rechters gaan hier in mee en keuren alles af wat niet voor meer dan 100% is dichtgetimmerd. Concreet betekent dit dat geen enkele vergunning meer wordt afgegeven. Tenminste niet voor de agrarische sector. Het woord varken of mest betekent automatisch onrust bij omwonenden, daarbij aangejaagd en geholpen door goed georganiseerde belangengroepen. In de gemeentes Meierijstad en Oss liggen nu twee dossiers op tafel waar de gemeente geen raad mee weet. De provincie wil iets met mestverwerking of verplaatsen van een varkensbedrijf en de gemeente wordt geconfronteerd met inwoners die dat niet willen. Er worden allerlei niet-relevante zaken aangehaald om te traineren of te blokkeren. Een wethouder kan dat nooit goed doen. De kloof tussen boer en burger wordt alleen maar groter.
Daar gaat het dus gigantisch mis. Gemeentes worden steeds groter en volgens Den Haag beter en efficiter. De provincie, ingesteld om de veelheid aan gemeentes te codineren, wordt hierdoor minder belangrijk. Het provinciaal landbouwbeleid in Brabant leidt nu tot conflicten tussen gemeentebesturen en het provinciebestuur. Door de grotere macht van de gemeentes worden deze conflicten ook serieuzer.
Geachte minister, ik heb hier een eenvoudige oplossing voor: schaf de provincie als bestuurslaag af. Nederland is zo klein dat het makkelijk bestuurd kan worden vanuit Den Haag (vergelijk het eens met Duitsland). De Nederlandse regering hoeft eigenlijk alleen maar keurig het Brussels beleid uit te voeren. Met de groter wordende gemeentes is de communicatie tussen Den Haag en de praktijk goed te doen. De kostenbesparing die daarmee gepaard gaat is een mooi bijkomend voordeel. Belangrijker is dat Nederland weer een slagvaardig land wordt.
Begrijp me niet verkeerd. Cultureel houd ik de provincie wel graag intact. Want Brabantse nachten zijn nog steeds lang en ik ga echt niet met een harde G praten.
Huub Fransen
Directeur mengvoerfabriek Fransen Gerrits BV