Noord-Brabant mag mest uit andere provincies weren

De Raad haalt daarmee een dikke streep door het plan van mesthandel Van de Vendel om een verwerkingsinstallatie met een jaarcapaciteit van 120.000 ton mest te bouwen. Volgens de Raad is het initiatief van Van de Vendel, gesteund door de gemeente Aalburg, in strijd met de strenge Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant. De Verordening biedt alleen nog ruimte voor nieuwe mvi’s als wordt aangetoond dat er binnen de provincie behoefte is aan extra mestverwerkingscapaciteit. Alleen die is er niet, zo bleek donderdag 27 december uit paar uitspraken over het mvi-plan in Meeuwen.

Volgens de Raad heeft de provincie voldoende aangetoond dat er in Noord-Brabant meer dan genoeg mvi’s voor de verwerking van ‘eigen’ mest zijn. Achtergrond van die regeling is dat de provincie geen zin heeft om de mestverwerker van Nederland en België te worden. Eigen mest eerst en laatst, zo luidt het devies. De Raad van State onderschrijft het provinciale mvi-beleid.

De gemeente Aalburg en Van de Vendel menen dat de provincie bij haar weigering van een ontheffing van de Verordening ten onrechte van de vergunde en niet van de daadwerkelijke gerealiseerde mestverwerkingscapaciteit is uitgegaan. Omdat nog niet alle eerder vergunde mvi’s gebouwd en in werking zijn, zou er nog wel ruimte voor de mvi in Meeuwen zijn. De Raad van State is het daar niet mee eens.

Volgens de Raad heeft de provincie aangetoond dat er voldoende mvi-capaciteit in Noord-Brabant is en zeker geen tekort. Dat er een tekort zou zijn omdat nu al mest van de buiten de provincie wordt verwerkt hebben Aalburg en Van de Vendel ook niet aangetoond. Ondanks het feit dat Brabantse mvi’s mest van buiten de provincie wordt verwerkt betekent dat volgens de Raad niet dat er een capaciteitstekort is voor het verwerken van Brabantse mest. De Raad meent met Noord-Brabant dat er elders in Nederland voldoende mestverwerkingscapaciteit beschikbaar is.