Baarlese veehouder voelt zich geslachtofferd na drugsafvaldump in mestkelders

Staes werd eind 2016 het slachtoffer van een illegale drugsafvaldump in de mestkelders van zijn stal aan de Nijhoven in Baarle-Nassau (NB). Die stal staat een beetje afgelegen op vier kilometer van zijn woning. Drugscriminelen moeten voor het weekend van 17 en 18 december 2016 grote hoeveelheden drugsafval in twee mestkelders hebben gestort.

Hoewel Staes dat weekend nog in de stal had gewerkt was er van ernstige stankoverlast nog niets te merken. Dat kwam de maandag erna pas, toen de omwonenden steen en been begonnen te klagen. De gemeente greep de maandagmiddag keihard in door het vee te evacueren en de stal en mestkelders hermetisch af te sluiten. Daarna werd het stinkende mest-drugsafvalmengsel afgevoerd. De stallen en kelders werden enkele weken later schoongespoten. Daarmee leek de kous af. Staes zette een paar maanden daarna weer kalveren in de stal en alles leek opgelost.

Resten

Maar na twee weken kwam er weer een penetrante chemische stank uit de stal en kelders. Weer greep de gemeente Baarle-Nassau in. Volgens Staes was er geen sprake van een nieuwe drugsafvaldump en ging het om resten drugsafval die de eerste keer niet goed waren opgeruimd. Staes vindt niet dat hij daarvoor verantwoordelijk kan worden gesteld. In totaal kostte hem het ‘hele grapje’ ruim 60.000 euro. Bovendien kan hij op bijna drie hectare van zijn land geen mais meer planten, omdat daar na het uitrijden van ‘schoon verklaarde’ mest ook hoge gehaltes drugresiduen zijn aangetroffen.

Staes benadrukte tijdens de zitting in Den Haag dat hij net als de gemeente is overvallen door de drugsafvaldump en alles in het werk heeft gesteld om het op te lossen en herhaling te voorkomen. Hij vindt niet dat hij alle opruimkosten moet betalen.

Noodsituatie

De eerste keer (december 2016) dat er alarm werd geslagen nadat omwonenden over vreselijke stank klaagden, greep de gemeente direct in. Volgens een gemeentewoordvoerster kon dat niet anders omdat er een noodsituatie was. Volgens Staes en diens raadsman had de gemeente de kalverenhouder zelf de mogelijkheid moeten geven om de rotzooi op te ruimen. En de tweede keer dat er stank en drugsafval werd aangetroffen heeft volgens Staes alles te maken met het feit dat de gemeente de eerste keer de stallen en mestkelders niet goed schoon heeft gemaakt en na het opruimen een mestkelder vrij heeft gegeven waar nog mest in zat met drugschemicaliën. Volgens de gemeente zijn de stallen en kelders na december 2016 wel goed schoongemaakt en kan er ook sprake van een tweede dumping van drugsafval zijn geweest.

De raadsman van Staes zei dat sterk te betwijfelen, omdat de gehaltes aan drugschemicaliën in de mest een fractie betroffen van wat er eind december was aangetroffen. Intussen staat de stal van Staes alweer ruim twee jaar leeg. „Ik heb hem afgesloten. Ik zet er niks meer in omdat de kosten niet opwegen tegen de opbrengst. Hoewel ik de stal na die eerste keer geheel had afgesloten zou er toch nog drugsafval gedumpt zijn. Dat betwijfel ik. Maar als de gemeente daar zo mee omgaat, laat ik de stal leeg staan. Maar ik ben de dupe geworden van de drugsafvaldump. En ik heb alle regels gevolgd en gedaan wat de gemeente vroeg. En toch draai ik overal voor op.” De Raad van State raadde Staes en de gemeente aan om in ieder geval om de tafel te gaan zitten en de zaak uit te praten.

Een uitspraak volgt binnen enkele weken.