Prijs landbouwgrond stijgt in Zuid-Nederland met 2 procent

De grondprijs is licht gestegen, maar daarentegen is het verhandeld areaal landbouwgrond in landsdeel Zuid (Zuidwestelijk Akkerbouwgebied, Zuidwest-Brabant, Zuidelijk Veehouderijgebied en Zuid-Limburg) met 15 procent gedaald. Werd er in de periode van halverwege 2018 tot begin 2019 nog 10.900 hectare verhandeld; in de periode de laatste vier kwartalen wisselden 9.300 hectare van eigenaar. De relatieve grondmobiliteit over de laatste vier kwartalen komt uit op 2,0 procent, tegen 2,3 procent in dezelfde periode het jaar daarvoor.

Landelijke grondprijzen

Betalen boeren in Zuid-Nederland de hoogste grondprijs; in Noord-Nederland wordt de laagste prijs betaald. Over heel 2019 lag deze 12 procent onder het landelijk gemiddelde. De gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland is in het eerste kwartaal van 2020 uitgekomen op € 64.400 per hectare. Dat is vrijwel gelijk aan de prijs in het vierde kwartaal van 2019, maar 4 procent hoger dan de prijs van 61.900 euro over heel 2019.

De prijs van bouwland is in de eerste drie maanden van 2020 moet 1 procent opnieuw heel licht gedaald tot 72.100 euro per hectare, maar afgezet tegen heel 2019, dat een gemiddelde kende van 71.200 euro, ligt de prijs van bouwland in het eerste kwartaal van 2020 toch nog ruim 1 procent hoger.

De prijs van grasland is wederom toegenomen, nu met ruim 2 procent tot 59.000 euro. Dit is 4,4 procent hoger dan de gemiddelde prijs van 56.500 euro over heel 2019. Daarentegen bleef snijmaisland praktisch gelijk in de eerste maanden van 2020 met 66.000 euro per ha ten opzichte van het vierde kwartaal van 2019.

Grondmobiliteit

De agrarische grondmobiliteit – het verhandelde areaal landbouwgrond – geeft aan hoeveel agrarische grond is verhandeld op de vrije markt en in het eerste kwartaal van 2020 is in Nederland 8.100 hectare landbouwgrond verhandeld, evenveel als in hetzelfde kwartaal een jaar daarvoor. Door het seizoenpatroon - waarbij de handel in het derde kwartaal op een laag pitje staat - is een vergelijking met het voorgaande kwartaal niet zinvol.

Gemeten over de periode halverwege 2019 en de eerste drie maanden van dit jaar is in totaal 29.300 hectare grond in andere handen overgegaan. Dat is 14 procent minder dan de 33.900 hectare in dezelfde periode een jaar eerder. De relatieve grondmobiliteit, het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond, over de 4 laatste kwartalen bedraagt 1,7 procent, tegen 1,9 procent in dezelfde periode het jaar daarvoor.