Fotoserie: Eigen korte keten van kalf tot winkelschap

Familie Cremers verwerkt sinds begin dit jaar een deel van de melk tot kant-en-klare producten in een van de meest duurzame zuivelfabrieken. „Ik ben nu niet meer alleen bezig met fosfaat en stikstof, maar ook met het maken van lekkere producten van onze eigen melk onder eigen merknaam: De Klef Zuivel. Ik krijg daar veel energie van”, zegt Joris Cremers.

Joris Cremers (27) houdt samen met zijn ouders Willy en Dieny 200 melkkoeien in het Brabantse Overloon. Sinds begin dit jaar zijn ze zelfzuivelaar en maken melk, yoghurt en kwark. Beeld: Ellen Meinen

Familie Cremers vermarkt de zuivel onder de naam De Klef Zuivel. Opa Christ Cremers bouwde in 1950 de boerderij en noemde die ‘De Klef’ omdat de boerderij hoog ligt. De klef is dialect voor een terp.

De kalveren verblijven de eerste twee weken in een eenlingbox en daarna in de groep. In de winter krijgen ze een bodywarmer aan. De jongveeopfok vindt plaats op een andere locatie.

De koeien zijn ingedeeld in vier groepen; verse koeien, laag- en hoogproductieve koeien en vaarzen vanwege de TMR-voeding waarbij ze al het voer aan het voerhek krijgen.

In 2015 verdween het melkquotum en ging Cremers driemaal daags melken. „De productie is 15 procent gestegen. Het eerste jaar waren de gehaltes minder. Nu is de productie 11.000 liter per koe met 3,50 procent eiwit en 4,25 procent vet”, zegt Joris Cremers.

De zuivelverwerking is in de loods naast de melkstal geïnstalleerd. Via een bovengrondse melkbrug komt de melk rechtstreeks het zuivellokaal in. Joris maakt de zuivel, zijn ouders verzorgen de koeien, zijn zus Karlijn (19) helpt naast haar studie met de administratie en PR samen met Joris’ vrouw Sandra. Daarnaast helpen drie parttimers met melken en rondbrengen.

De melk komt rechtstreeks met een temperatuur van 35 graden Celsius in het zuivellokaal. De melk wordt direct verder verwarmd tot 73 graden Celsius. „Dit houden we 20 seconden vast en koelen dan snel terug. Hierdoor blijft de smaak bewaard. Door de warme melk te gebruiken besparen we veel energie; we hebben alleen energie nodig om de melk te verwarmen van 35 naar 73 graden Celsius. Met grondwater koelen we daarna terug tot 12 graden Celsius en dat water gebruiken we weer als drinkwater voor de koeien. Dit is een van de duurzaamste melkfabrieken”, legt Joris Cremers uit.

De melk wordt gepasteuriseerd en dan gehomogeniseerd. Joris Cremers zuivelt twee dagen per week; op maandag en donderdag. Maandag is de yoghurtdag en donderdag kwarkdag. Samen met een zuiveltechnoloog ontwikkelde Joris de zuivelverwerking en de recepten. „Ik wilde per se producten zonder toevoeging van suiker. En dat is gelukt”, zegt Cremers enthousiast.

De melkafvullijn. In eerste instantie wilde Cremers alleen volle melk bottelen en die verkopen. Na een gesprek met de plaatselijke supermarkt veranderde hij zijn plannen en maakt hij nu ook halfvolle melk. „85 procent van de melk die in de supermarkt verkocht wordt, is namelijk halfvolle melk”, zegt Joris Cremers.

De ketel met kwark. Het maken van kwark duurt drie dagen met het aanzuren en uitlekken.

De Klef maakt nu drie soorten boerenkwark: naturel, sinaasappel en vanille. In maart won De Klef al een gouden award met hun kwark. Joris Cremers: „De Bond van Zelfzuivelaars vroeg ons om mee te doen. Dat hadden we zelf niet bedacht maar het was een mooie opsteker.”

De hygiëne is superbelangrijk bij het zelfzuivelen. Na elke productiedag wordt grondig schoongemaakt. Cremers heeft twee koelcellen waarvan die van gereed product van buiten toegankelijk is zodat de chauffeur niet binnen hoeft te komen.

De Klef maakt nu, ruim vier maanden na de start van de zuivelverwerking, acht producten: volle en halfvolle melk, drie soorten boerenyoghurt (naturel, blauwe bes en aardbeien) en drie soorten boerenkwark (naturel, sinaasappel en vanille). „Op de planning staat een uitbreiding met vla en drinkyoghurt. „Ook de ontwikkeling van de verpakking, logo en etiket waren mooie uitdagingen. We wilden een ronde fles want die valt op en stevige verpakkingen”, aldus de jonge ondernemer.

Met een opvallend bestickerde bus brengt een parttimer op dins- en vrijdag de bestellingen naar supermarkten, boerderijwinkels en restaurants. „De afzet regelen we zelf. Door de corona konden we geen proeverijen in winkels organiseren. Doel is om eind van dit jaar 10 procent van onze melk zelf te verwerken. Dat betekent 200.000 liter op jaarbasis”, legt Joris uit. Economisch gezien moet Cremers 10 procent zelfzuivelen om een plus op de melkprijs te behalen.

De Klef zuivel is onder andere verkrijgbaar bij de Plus in Overloon. Supermarkteigenaar Jan Verbeten: „Wij werken graag samen met lokale producenten en telers en hebben De Klef Zuivel graag in het winkelschap. Klanten hebben steeds meer belangstelling voor streekproducten: vertrouwd en gezond en de gunfactor speelt ook mee. Dat maakt ons als lokale supermarkt ook speciaal. Het is wel zoeken naar de goede balans; we willen genoeg inkopen en ook niet teveel. Een leeg schap kan helaas wel eens voorkomen.”

Familie Cremers wil in de toekomst meer gaan doen met boerderijeducatie en bezoekers ontvangen op het bedrijf. „We gaan voor 200.000 liter zelfzuivelen op jaarbasis. Ik ben blij met de keuze die we gemaakt hebben. Een mooie uitdaging”, besluit Cremers.

Tekst: Monique van Loon

Monique van Loon – van Duijnhoven is opgegroeid op een pluimveebedrijf met vleeskuikenouderdieren in Brabant. Monique heeft na haar opleiding aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch ruim twintig jaar in het pluimveebedrijfsleven gewerkt als bedrijfsadviseur en communicatiespecialist pluimvee. In 2010 startte ze haar bedrijf AgriContent met als specialisme pluimvee. Ze denkt mee met de redactie en schrijft als freelancer voor Pluimveeweb.

Beeld: Ellen Meinen, Monique van Loon

Dossier(s)

Dit artikel is onderdeel van de volgende dossiers:

Stikstof

Subcategorieën

Fotoserie: Eigen korte keten van kalf tot winkelschap

Tekst: Monique van Loon

Dossier(s)

Praat mee

Nieuwsbrief

Fotoserie: Eigen korte keten van kalf tot winkelschap

Tekst: Monique van Loon

Deel dit artikel

Dossier(s)

Praat mee

Nieuwsbrief