Wolf vestigt zich op Strabrechtse Heide; LTO pleit voor meer compensatie schapenhouders

De wolf op de Strabrechtse Heide laat zich al een tijdje zien en heeft nu 16 keer schapen gedood en één keer een jonge Schotse Hooglander. LTO is niet tegen de wolf, zo vertelt Saskia Duives-Cahuzak, voorzitter van LTO-vakgroep schapenhouderij. „Een enkele wolf veroorzaakt niet zo heel veel schade en als we onze dieren goed kunnen beschermen zullen de problemen nog verder afnemen”, geeft zij aan.

Zwaarder

Om te voorkomen dat nog meer schapen worden aangevallen kunnen schaapsherders wolfwerende nachtrasters lenen van de provincie. Maar volgens Duives-Cahuzak moet ook de extra arbeid van de herders vergoed worden. „Het plaatsen van de hekken kost gewoon extra tijd, ook zijn de wolfwerende rasters 30 centimeter langer dan normaal. Hierdoor zijn ze niet alleen groter, maar ook zwaarder. Daarnaast is het, zeker op de hooggelegen zandgronden van de Strabrechtse Heide, soms een hele klus om stroom te vinden voor afrastering. Dit alles maakt dat je niet alleen méér werk hebt, maar ook nog eens zwaarder werk.”

LTO vindt dat op dit moment te weinig geld wordt uitgetrokken om schapenhouders te compenseren voor het extra werk dat ze moeten verrichten. „De maatschappij wil de wolf graag beschermen en dat snappen we als LTO ook, maar de schapenhouders krijgen nu wel extra arbeid en kosten op hun bord. Dat zou dan ook door de maatschappij, en dus via de overheid, gecompenseerd moeten worden.”

Landelijk beleid

Op dit moment kan de provincie Noord-Brabant nog niet veel melden over wijzigingen in landelijk of provinciaal beleid over de vergoedingen voor schapenhouders. „Bij de provincie zijn we bezig met een platform waarmee we gaan kijken hoe we het beste met zwervende wolven en wolven die zich gaan vestigen kunnen omgaan. De bijeenkomsten van dat platform starten volgende week”, vertelt Arno Teunissen, projectleider Biodiversiteit bij provincie Noord-Brabant. „Het compenseren van arbeid wordt op landelijk niveau opgepakt, hierover zullen binnenkort gesprekken van start gaan.”