‘Ik wacht af, maar houd mijn hart vast’

In de plannen voor het nieuwe mestbeleid wordt een knip gemaakt tussen grondgebonden en niet-grondgebonden veebedrijven. Het is de bedoeling dat grondgebonden bedrijven al hun mest op het eigen bedrijf afzetten of op percelen van een collega-agrariër in de buurt. Niet-grondgebonden bedrijven moeten hun mest afvoeren en laten verwerken.
Hans Vermeulen uit Sint Hubert, die een bedrijf heeft met 110 melkkoeien, 70 stuks jongvee en 42 hectare grond, kan nu slechts een deel van zijn mest kwijt op zijn eigen land. De rest wordt afgevoerd via mesthandelaren. „Dit laatste is straks geen optie meer. We zullen op zoek moeten naar mogelijkheden om de mest die we over hebben af te zetten op percelen in de buurt. Dat hoeft op zich niet zo’n probleem te zijn aangezien er in deze omgeving behoorlijk wat melkveehouders gestopt zijn. Maar die verhuren of verkopen de grond vaak aan vollegrondsgroentetelers en boomkwekers. Schouten wil echter dat je als melkveehouder dan ook het veevoer van deze grond haalt. Maar dat is dan vanzelfsprekend niet mogelijk.” Een andere optie is dat Vermeulen extra grond koopt of huurt, om zijn overschot aan mest op af te zetten en er veevoer op te telen. „Maar de grondprijzen zijn hier dusdanig hoog dat ik me afvraag of dat rond te rekenen is. Bovendien zijn wij qua voervoorziening nagenoeg zelfvoorzienend. Wellicht zijn we, als we de totale kringloop niet gesloten krijgen, straks als melkveehouders wel verplicht om ons overschot aan mest te laten verwerken. Maar ook dat brengt veel extra kosten met zich mee. Hoe dan ook: deze plannen drijven onze kostprijs fors op. En dat terwijl het water ons al aan de lippen staat. Ik wacht af, maar houd mijn hart vast.”
Nek omdraaien
Ook Johan Keijsers uit Leende is kritisch over de plannen van Schouten. De melkveehouder, die 113 koeien en 26 hectare grond heeft, zet zijn mest deels af op eigen grond en deels via akkerbouwers in de buurt. Om aan zijn verwerkingsverplichting te voldoen, koopt hij VVO’s in. Daarnaast neemt Keijsers mineralenconcentraat af dat overblijft na de verwerking van varkensmest. Hierdoor heeft hij geen kunstmest nodig, wat een forse kostenbesparing oplevert. „Datgene wat Schouten voorstelt, brengen wij in feite al jaren in de praktijk”, zegt Keijsers. Het baart de melkveehouder zorgen dat de jarenlange samenwerkingsverbanden met akkerbouwers volgens de nieuwe plannen geformaliseerd moeten worden in een contract. „Nu werken we samen op basis van vertrouwen. Ik vraag me sterk af of akkerbouwers de mestafzet willen vastleggen in een contract. Zeker als dit voor meerdere jaren moet: daarover is nu nog geen duidelijkheid. Mede omdat er een soort afhankelijkheidsrelatie ontstaat, zullen akkerbouwers hier waarschijnlijk niet happig op zijn. En dan wordt het lastig om voldoende grond voor de mestafzet bij elkaar te sprokkelen, zeker in gebieden zoals hier, met veel intensieve veehouderij. Dit kan de sector in deze regio’s de nek omdraaien.”
Lees verder in de aankomende editie van Stal & Akker. Deze belandt zatedag 26 september bij u op de mat. Nog geen abonnee? Vraag dan hier een gratis proefnummer.
Tekst: Ank van Lier
Beeld: Ruth van Schriek