Noord-Brabant deed geen verkeersonderzoek tijdens oogst- en mestuitrijtijden

Tijdens een rechtszaak in Den Haag wezen de omwonenden de Raad erop dat er uitgerekend geen verkeersonderzoeken zijn gedaan tijdens de drukke oogsttijd van augustus tot december en in de periode februari-maart als de mest wordt uitgereden. En juist dan is er enorm veel landbouwverkeer op de weg.
De omwonenden denken dan ook dat Deurne en Noord-Brabant een te rooskleurig beeld van de (landbouw)verkeersdrukte op de parallelwegen hebben geschetst. Als het straks in de praktijk veel drukker wordt op de parallelwegen vrezen de omwonenden daar veel meer last van te krijgen dan nu. „En ik heb ook geen zin straks voor mijn woning ongelukken met fietsers en landbouwvoertuigen te zien”, zei een veehouder tijdens de rechtszaak in Den Haag, die vooral draaide rond de wegaanpassingen aan de parallelwegen en fietspaden ter weerszijden van de N270.
Gevaarlijke weg in Brabant
De provincie en gemeente willen de N270 verkeersveiliger maken omdat het één van de gevaarlijkste wegen in Brabant is. De parallelwegen zijn bedoeld om langzaam -, bestemmings- en landbouwverkeer te scheiden van het doorgaand verkeer op de Langstraat. Immers, daar rijden nu nog trekkers met landmachines overheen. Die mogen straks niet langer over de hoofdrijbaan van de provinciale weg rijden, juist om de verkeersveiligheid en de doorstroming van het gewone verkeer op de N270 te vergroten.
Alleen vinden de tegenstanders dat de provincie en gemeente de parallelwegen en fietspaden veel te krap hebben bemeten, waardoor de verkeersveiligheid juist in het geding komt. Op sommige plekken zijn de parallelwegen maar 4,5 meter breed, terwijl 5,5 meter de norm is.
De woordvoerders van Deurne en Brabant legden uit dat er op enkele trajecten doodeenvoudig geen ruimte is voor een 5,5 meter brede parallelweg. „Maar het gaat maar om een paar stukjes van in totaal 150 meter lang. En die versmallingen worden straks duidelijk aangegeven. Auto’s, vrachtwagens en landbouwverkeer zullen dan even op elkaar moeten wachten om te passeren. Fietsers kunnen er wel langs”, aldus een verkeersdeskundige.
Oogsttijd
De omwonenden vrezen evenwel veel meer ongelukken, zeker omdat tijdens de oogsttijd een groot aantal trekkers met opleggers over de wegen dendert. „Die hebben haast omdat de oogst van het land moet. Vaak rijden ze achter elkaar aan. Dan is het heel gevaarlijk voor fietsers om daar te rijden als de weg te smal is”, aldus een omwonende.
Rechter en staatsraad Dick Slump kon zich er wel wat bij voorstellen, maar plaatste ook een kanttekening. „Als ik op de fiets zit en ik zie een grote landbouwtrekker op mij afkomen dan ga ik toch echt een tandje naar beneden. Dat doen andere fietsers ook.”
Hoe dan ook vinden de omwonenden de wegversmallingen onaanvaardbaar. Een belangrijke reden waarom de ventwegen soms wat smal zijn heeft te maken met de wens van gemeente en provincie om zoveel mogelijk bomen langs de Langstraat te laten staan. Sommige omwonenden vinden dat die bomen dan maar om moeten zodat de parallelweg pal tegen de hoofdbaan kan worden aangelegd. Dat levert meer ruimte op en kost ook minder grond voor de aanwonenden, die nu delen van hun tuin, of erf moeten inleveren.
Kruispunt opschuiven
Omwonenden en agrariërs hopen dat de Raad van State de provincie nog kan dwingen om de geplande kruising bij de Nachtegaalweg op te schuiven naar Zandschelweg. Dat scheelt volgens de bezwaarmakers enorm veel vrachtwagen- en landbouwverkeer op de parallelwegen tussen Deurne en de Zandschelweg. Immers, het meeste landbouwverkeer voor de noordzijde van de Langstraat gaat nu ook al via de Zandschelweg. De Nachtegaalweg gaat alleen naar het zuiden en dan moeten vrachtwagens en trekkers eerst helemaal naar de kruising rijden om dan weer om te keren richting Zandschelweg.
Of de Raad van State de kritiek en suggesties van de omwonenden overneemt blijkt binnen enkele weken uit de uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek