Varkenshouder moet dwangsom van 2.750 euro betalen voor veertien jaar stankoverlast

In 2019 dreigde de gemeente de varkenshouder met dwangsommen die konden oplopen tot iets meer dan een ton. Dat had te maken met overtredingen. Het opleggen van dwangsommen was het resultaat van klachten van buren die al veertien jaar stankoverlast zeggen te hebben van Cornelissen. De buren eisten eerder dat het bedrijf op slot zou gaan, maar de Raad van State zag dat anders, bleek uit een eerdere uitspraak.

84.000 euro

Boxmeer legde in 2019 een dwangsom op van 2.750 euro per week met een maximum van 16.500 euro omdat Cornelissen geen nieuwe vergunning had aangevraagd. Daarnaast kreeg het bedrijf een dwangsom van 14.000 euro per week met een maximum van 84.000 euro omdat niet werd voldaan aan het Besluit emissiearme huisvesting (Beh). Volgens de Raad van State heeft Cornelissen op tijd oude varkenshokken buiten gebruik gesteld waardoor er geen overtreding meer was van het Beh.

Gederfd woongenot

Voor de vergunning die maar niet werd aangevraagd kreeg Cornelissen langer de tijd van de gemeente dan in het oorspronkelijke dwangsombesluit. Door dit uitstel bleef de schade voor de varkenshouder beperkt tot 2.750 euro. De nieuwe vergunning is er inmiddels. De omwonenden Cor en Paula Peeters vinden dat Boxmeer veel te soft is voor Cornelissen. Het stel wil de gemeente aansprakelijk stellen voor gederfd woongenot in de afgelopen jaren.