Twee nieuwe RIVM-meetpunten in Noordoost-Brabant

Noordoost-Brabant werd tijdens een vrijdag gehouden digitale bijeenkomst van Provinciale Staten door Ans Harthoorn – provinciaal specialist luchtkwaliteit - omschreven als een ‘witte vlek’ op de kaart. De nieuwe meetpunten worden elk voor de helft gefinancierd door het Rijk en de provincie, terwijl RIVM de expertise inbrengt. De locaties worden samen met RIVM bepaald. Het voornemen om in dit gebied te gaan meten werd door alle fracties ondersteund.
Sterk afname
Volgens de jongste monitoring is het aantal knelpunten ten aanzien van overschrijding van EU-grenswaarden voor fijnstof en NO2 sterk afgenomen. Wat de veehouderijen betreft daalde dit aantal van 481 in 2002 spectaculair naar 4 knelpunten nabij 6 bedrijven, alle gelegen in de gemeenten Asten en Someren. Beide gemeenten werken een oplossing door aanpassing van de vergunningen.
De centrale doelstelling van SLA is minimaal 50 procent gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen ten opzichte van peiljaar 2016. Voor een permanente verbetering van de luchtkwaliteit gelden de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2030.
Gedeputeerde Elies Lemkes-Straver (CDA) erkende de grote invloed van het buitenland, onder andere het sterk groeiende industriegebied van Antwerpen. Dat neemt niet weg dat in Brabant inspanningen moeten worden gedaan om fijnstof en NO2 verder terug te dringen. Ze prees de gemeenten in Noordoost-Brabant, die gezamenlijk naar oplossingen zoeken. Het is volgens haar een goed voorbeeld voor andere regio’s. Brabant doet overigens mee aan de pilot Landbouw en Industrie. RIVM ontwikkelt ‘tools’ om een en ander inzichtelijk te maken.
Veestapel
Een aantal partijen bracht naar voren dat in de Brabantse aanvulling op het SLA niets staat over verkleining van de veestapel ter verbetering van de luchtkwaliteit. Irma Koopman (SP miste het bestrijden van geuroverlast, Janneke van Kessel (D66) wees op de rol van zoönosen in de lucht bij overdracht van ziekten, Hagar Rooijackers op de ammoniak uit stallen.
Statenlid Hermen Vreugenhil (CU-SGP) wees op de uitkomsten van recent onderzoek. „Het grootste probleem zit in de stedelijke regio’s. Over de totale linie moeten alle sectoren een bijdrage leveren. Tegen partijen die denken dat het is opgelost met een halvering van de veestapel zeg ik: vergeet het maar.”
Een aantal partijen liet weten per direct af te willen van biomassacentrales, omdat deze juist vervuilend werken. De gedeputeerde stelde vast dat hier ook flink beweging in zit. „Wij steunen het landelijk beleid”, antwoorde Lemkes.
Meetnetwerk
Lemkes wil kijken of het opzetten van een netwerk van meetpunten haalbaar en effectief is, zoals statenlid Hagar Rooijackers (GroenLinks) vroeg. „Het gaat niet alleen om meten, en moeten ook maatregelen komen”, sprak Lemkes. Rooijackers zou ook graag metingen willen zien van andere stoffen in de lucht, met name ammoniak. Ook zou het Groen Links statenlid nieuwe meetpunten willen zien bij grote industriële clusters in Waalwijk en Veghel. „Meten = weten”, zeiden meerdere statenleden. Volgens Hermen Vreugdenhil (CU-SGP) zorgt een meetnetwerk vooral voor „meer draagvlak onder het beleid”.
In haar slotbetoog vroeg gedeputeerde Lemkes alle fracties hierover schriftelijk een mening te geven
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Ruth van Schriek