Geitenhouder is de pineut door lakse gemeente Uden

Want de gemeente Uden deed maar liefst zestien maanden over een beslissing. En daarmee is Toonen ernstig benadeeld, aldus de Raad in de uitspraak. Alleen schiet hij niet veel op met die constatering. Want de hoogste bestuursrechter is het verder eens met de weigering van het Udense gemeentebestuur om Toonen alsnog een vergunning te verlenen.
Onderzoek
Toonen diende eind december 2016 een vergunningsaanvraag in voor het omzetten van een oude grote en overlastgevende varkens- en runderhouderij in een geitenhouderij met 1.300 dieren. Op 11 april 2018 weigerde de gemeente de vergunning omdat Toonen geen verplicht Milieueffect(MER)onderzoek naar de geitenhouderij had laten doen.
Volgens de Odiliapeler was dat toen al zinloos geweest omdat de provincie Noord-Brabant in de zomer van 2017 een geitenstop afkondigde. Alle Brabantse geitenhouderijplannen belandden in de ijskast. Als Uden voor de zomer van 2017 een vergunning had verleend was er volgens Toonen niets aan de hand geweest. Hij had gehoopt dat de Raad van State de gemeente alsnog met terugwerkende kracht zou verplichten om een vergunning te verlenen.
Geiten weghalen
Maar de hoogste bestuursrechter werkt daar niet aan mee. Die stelt allereerst vast dat Uden de vergunning alleen maar heeft geweigerd, omdat Toonen geen MER heeft laten opstellen en niet omdat er in Brabant een geitenstop was afgekondigd. Verder meent de Raad dat Toonen de gemeente veel sneller in gebreke had moeten stellen toen ze in 2017 maar geen beslissing op de vergunningsaanvraag deed. De uitspraak is zuur voor Toonen omdat hij al sinds 2016 geiten in de stal heeft. Die zal hij nu moeten weghalen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek