Son en Breugel is in bestemmingsplan te soepel voor 'intensieve' veehouderij

Woensdag verklaarde de Raad van State het beroep hiertegen van de provincie Noord-Brabant gegrond. Het gaat om gebieden die de aanduiding Beperking Veehouderij hebben. Grondgebonden bedrijven, dus met dieren in de wei, mogen van de provincie daar wel uitbreiden. Maar de gemeenteraad van Son en Breugel heeft de regels per abuis ook van toepassing verklaard op intensieve, niet-grondgebonden veebedrijven. De provincie trok daarover aan de bel. Het gevolg van de uitspraak van de Raad van State is dat het bestemmingsplan moet worden aangepast.

Strenger dan landelijk

Het plan werd ook aangevochten door de Producenten Organisatie Varkenshouderij. Deze belangenclub van 550 varkenshouders heeft er bezwaar tegen dat de strengere milieuregels van de provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant door Brabantse gemeenten een op een in hun bestemmingsplannen worden overgenomen. De Raad van State heeft eerder al geoordeeld dat dit in Noord-Brabant mag, ook al zijn sommige provinciale regels voor de veehouderij strenger dan landelijk.

Ook de Sonse vleeskalverenhouder A. Hazenberg verzette zich tegen het bestemmingsplan. Hij ligt al 22 jaar met de gemeente Son en Breugel in de clinch over het gebruik van een landbouwschuur tegenover zijn kalverstallen aan de Brouwerskampweg in Son. Hij wil daar de bestemming intensieve veehouderij op maar dat heeft de gemeente terecht geweigerd, vindt de Raad van State. Wel moet de gemeente op papier een ander gebouw van Hazenberg binnen het bouwvlak brengen. Ook op dit punt moet het bestemmingsplan worden aangepast.