Veevoederbedrijf is dwangsom kwijt, ook als het wekenlang niet geregend heeft

Het bedrijf verbeurde twee dwangsommen van elk 5.000 euro, omdat er teveel verontreinigingen via wegspoelend regenwater in het oppervlaktewater terecht waren gekomen. Volgens het bedrijf was er niet eerlijk gecontroleerd. De controles vonden plaats tijdens een eerste regenbui na een lange droge periode. Dan is het volgens Toontje Hendriks niet vreemd dat er met de eerste spoeling, oftewel “first flush” meer verontreinigingen met het regenwater van het terrein spoelen dan normaal.
Niet representatief
Volgens het veevoederbedrijf waren de metingen niet representatief en had het waterschap bijvoorbeeld een paar uur na aanvang van de bui moeten meten. Volgens de Raad van State gaat die vlieger niet op. Immers het dwangsombesluit, dat het veevoederbedrijf al sinds 2014 boven het hoofd hangt, is duidelijk: er mogen geen verontreinigingen van het bedrijfsterrein in het oppervlaktewater terecht komen. Zelfs als het en jaar gortdroog is geweest en het waterschap neemt een monster zodra de eerste druppels uit het afvoerpijpje rollen, mogen er geen ernstige verontreinigingen in zitten. Overigens tekent de Raad aan dat het waterschap de verbeurde dwangsommen echt niet alleen op een paar druppels heeft gebaseerd. Tijdens de controles regende het langdurig en is het monster pas 10 tot 15 minuten genomen nadat de afwaterpomp van Hendriks aansloeg.
Contra-expertise
Verder is de hoogste bestuursrechter het niet eens met het veevoederbedrijf dat het waterschap Toontje Hendriks onvoldoende de kans heeft gegeven om een contra-expertise uit te voeren. Dat is wel gebeurd, aldus de Raad, alleen heeft het waterschap Hendriks daarvan niet tijdig op de hoogte gesteld. Dat breekt het invorderingsbesluit niet op omdat de Raad vindt dat Hendriks als professioneel bedrijf wist, of had moeten weten hoe de hazen lopen. Nog in 2016 had het waterschap de hele procedure aan het bedrijf uitgelegd.
Hendriks had zelf eerder aan de bel kunnen trekken om de resultaten van de second opinion op te vragen. Bovendien leverde die contra-expertise hetzelfde resultaat op. Kortom, het waterschap mocht terecht 10.000 euro invorderen bij het veevoederbedrijf.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen