GD: Verhoogde concentraties van zink en lood in percelen langs Limburgse rivieren
Op veel plaatsen langs de rivieren en beken in Limburg is na de overstromingen slib achtergebleven. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft op vijf plaatsen langs de Geul, Roer en Maas monsters genomen. Volgens de LLTB om advies te kunnen uitbrengen over de effecten van dit slib op de diergezondheid. De uitslagen tonen verhoogde concentraties van zink en lood. De gevonden lood-concentraties zijn te laag voor een acute intoxicatie. De organische depositie van bijvoorbeeld Polychloorbifenylen (PCB’s) is binnen de normale grenzen.
Effecten
Volgens de GD vallen de effecten van een verhoogde zinkopname bij herkauwers erg mee. Zink remt de opname van koper. Op bedrijven met reeds een krappe kopervoorziening en chronische blootstelling zou dit mogelijk tot klinische verschijnselen van kopergebrek kunnen leiden. De gevonden lood-concentraties zijn te laag voor acute intoxicatie. Chronische blootstelling kan wel voor problemen zorgen. Het achtergebleven slib veelal vettig en regent niet gemakkelijk weg.
Opname slib voorkomen
Op basis van de uitslagen van de monsters adviseert de GD de veehouders langs de overstroomde rivieren om de opname van slib te voorkomen. Daarom is het zaak de dieren niet te laten grazen op overstroomde percelen. Het onderploegen van gewassen met veel slibdepositie kan zonder risico. Ook de afvoer van het gewas bijvoorbeeld naar een vergistingsinstallatie is mogelijk. Opname van zink en lood door de plant is niet aan de orde.
Inkuilen
Wanneer op het gras geen zichtbaar slib is achtergebleven is het zaak om bij het maaien en het kuilen te zorgen voor een zo beperkt mogelijk gehalte aan ruwe as. Verder luidt dan het advies van de GD om de kuil vóór het voeren aanvullend te laten onderzoeken op zware metalen.
Zichtbaar slib
Wanneer slib zichtbaar is achtergebleven op het gras of de maisplant, dan adviseert de GD om met dit gewas zeer voorzichtig mee om te gaan en bij twijfel af te voeren. De genomen monsters geven een kwalitatieve inschatting van het risico. Ze vormen echter geen basis voor eventuele juridische procedures. Monstername door een gecertificeerd bedrijf is in dat geval noodzakelijk om als bewijslast te kunnen dienen, stelt de GD.
