POV en ZLTO verliezen rechtszaak tegen provincie Noord-Brabant

Het ging de ZLTO en POV om het vervroegen van de datum waarop agrariërs verplicht zijn bestaande verouderde stalsystemen aan te passen. Daarnaast maakte de POV bezwaar tegen eisen aan de ontwikkeling van veehouderijen, onder meer als het gaat om geur en fijnstof. Vier Brabantse veehouders hebben in de rechtszaak, die bijna vier jaar duurde, proberen aan te tonen dat de investeringen die ze op hun bedrijf moeten doen om aan het Brabantse veehouderijbeleid te voldoen, disproportioneel zijn. De rechter concludeerde echter dat niet met voldoende concrete feiten is onderbouwd dat de noodzakelijke aanpassingen op het bedrijf tot een bijzondere, disproportionele individuele last leidt. De vorderingen van de ZLTO en individuele eisers worden daarmee afgewezen.

Van 2022 naar 2024

Nadat Provinciale Staten van Noord-Brabant in 2017 besloten over de Versnelling transitie veehouderij hebben POV en ZLTO gezamenlijk met individuele ondernemers rechtsvorderingen ingesteld gericht op het onverbindend verklaren van de regels over het vervroegen van de datum voor het verplicht aanpassen van bestaande verouderde stalsystemen. Provincie Noord-Brabant verschoof echter de deadline voor het voldoen aan de stikstofregels van 2022 naar 2024. Tegen Nieuwe Oogst zegt advocaat Toonder dat ze hadden verwacht dat mede daardoor het moeilijker zou worden om de rechtszaak te winnen.

Enorme impact

De rechtbank heeft de POV en ZLTO vier concrete vragen gesteld over elke individuele eiser en de gevolgen van de regelwijziging voor hun onderneming. De POV heeft hiervan afgezien. ZLTO heeft voor vier van negen individuele eisers nadere informatie aangeleverd. Toonder: „We hebben veel individuele omstandigheden naar voren gebracht, maar daar hebben we niets van teruggezien. De rechtbank heeft het allemaal van tafel geveegd en er korte metten mee gemaakt.” De advocaat vindt opvallend dat de rechter inhoudelijk niet diep is ingegaan op de individuele gevallen, terwijl de impact van de regels op individueel niveau is enorm. Ze geeft aan dat er nog de mogelijkheid bestaat om in hoger beroep te gaan, maar daarover gaat ze nog samen met de vier boeren in beraad.

Provincie meet met twee maten

Op Twitter reageert kalverhouder en bestuurslid van Vereniging van Kalverhouders (VVK), Martijn Kuijken uit Westerhoven. Hij is één van de vier veehouders die een rechtszaak tegen de provincie heeft aangespannen. „Het is een kort vonnis waarin rechter oordeelt dat er geen sprake is van een disproportionele last voor ons als veehouder. Ik ben het hier 100 procent mee oneens en heb dat ook aangetoond middels offertes waaruit blijkt dat ‘toegestane’ kp-verhoging meer dan fors wordt overschreden. Provincie heeft hierop gereageerd dat investering significant lager is waardoor ik als veehouder die investering wel moet kunnen doen. Wat me misschien nog wel meer aan het denken heeft gezet is de volgende overweging van de rechtbank. Beperkte milieuwinst (daar praten we over, zeker in relatie tot extreme kosten) is ook milieuwinst wordt gesteld en ook dat stoppen een keuze is.” Kuijken vindt verder dat provincie met twee maten meet, omdat veel industrie en bedrijven geen noodzakelijke of juist vergunningen hebben.