Kamperlands akkerbouw- en geitenbedrijf gaat in zee met Staatsbosbeheer

Tarwe en spelt zijn de hoofdteelten waarin het bedrijf zich heeft gespecialiseerd. Van deze gewassen worden, in samenwerking met een lokale bakker, biologisch broden gebakken: het Korenschoofje. Verder verbouwt het bedrijf biologische frietaardappelen, rode uien en pompoenen. Vanaf 2018 werkt dochter Anne mee en is de bedrijfsuitvoering uitgebreid met 700 biologische Saanen melkgeiten. De geitenmelk gaat naar de Organic Goatmilk Coöperatie en de mest wordt gebruikt op de akkerbouwpercelen. Daarmee is de kringloop op het bedrijf gesloten.
Kees: „We waren er met Staatsbosbeheer vlot uit, in wat we voor elkaar konden betekenen."
De familie Steendijk pacht van Staatsbosbeheer het vochtige, orchideerijke hooiland van de Schotsman: een voormalige zandplaat die na de afsluiting van het Veerse Gat in 1961 droogviel. De Schotsman staat bekend om zijn schrale graslanden met parnassia, orchideeën en zeggen. Naast open terrein met schraal grasland, slikrandjes en duinen, grenzend aan het Veerse Meer, bestaat het natuurgebied uit gemengd bos. Daarnaast pacht het bedrijf diverse dijken in de directe omgeving. Geschikt gras gaat als voer naar de geiten. Het overige gewas wordt omgezet naar biologische compost voor de akkerlanden.
Sinusbeheer
Door de ligging, in de nabijheid van een aantal Zeeuwse natuurgebieden, en de terreinkennis besteedt Staatsbosbeheer diverse werkzaamheden uit aan de Korenschoof. Een voorbeeld hiervan is het sinusbeheer: Het gebied wordt door het bedrijf regelmatig bezocht om steeds weer een deel te maaien, een enorme winst voor met name de insectenfauna die in de graslanden voorkomen. Ook op zijn eigen land is de natuur steeds meer aanwezig. Naast een boomgaard, takkenrillen en kruidenrijk grasland heeft Steendijk dit jaar ook een keverbank aangelegd ten behoeve van de patrijs. Sinds twee maanden is het bedrijf ook CO2-neutraal. Hiervoor waren al 170 zonnepanelen op het dak geplaatst, maar sinds kort draait er ook een kleine windmolen om de zonnearme perioden te kunnen compenseren. Ook heeft de familie Steendijk voor de bedrijfsvoering een elektrische werktuigdrager (trekker) laten ontwikkelen.
Natuurinclusieve landbouw
In samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) startte Staatsbosbeheer in 2018 een meerjarig project met als doel veertig bedrijven te realiseren om boeren te helpen over te schakelen naar natuurinclusieve landbouw. Kern daarbij is dat Staatsbosbeheer zijn grondpositie inzet. In totaal heeft Staatsbosbeheer 50.000 hectare natuurland met een grasachtige vegetatie in eigendom. Het mes snijdt aan twee kanten. Als een boer overstapt op natuurinclusieve landbouw heeft hij - om rendabel te kunnen opereren - méér grond nodig. Die extra natuurgrond kan hij op verschillende manieren pachten van Staatsbosbeheer. In ruil daarvoor wordt met de boer afspraken maakt over activiteiten op de eigen grond met het oog op natuurinclusieve agrarische bedrijfsvoering. Op deze manier kan de ondernemende biodiversiteit op al zijn landbouwgrond vergroten. Met als resultaat dat de biodiversiteit op boerengrond in de buurt van natuurgebieden van Staatsbosbeheer kan toenemen.
Eerder dit jaar maakte Staatsbosbeheer in Zeeland de eerste natuurinclusieve boer bekend, Hof de Eendragt, een kleinschalige boerderij met scharrelvarkens en natuurrunderen in Terneuzen. Buiten Zeeland zijn er inmiddels diverse overeenkomsten getekend met boeren in Reeuwijk, Delfgauw, Leidschendam en Brandwijk (Zuid-Holland), Woerdense Verlaat en Tienhoven (Utrecht), Arrien en Welsum (Overijssel), Leutingewolde (Drenthe), Oene (Gelderland) en Teteringen, Hoge Zwaluwe, Vortum-Mullem (Noord-Brabant).