Transporteur Wintelre wil af van oude boete en eist VOG

Vanaf 2015 kreeg Daas het aan de stok met de Inspectie Leefmilieu en Transport (ILT), die een boete van 41.000 euro oplegde voor overtredingen van het rijtijdenbesluit. Daarna kwamen er nog een aantal invallen bij het bedrijf en raakte Daas betrokken in een grote mestfraudezaak. Daas, die volhoudt onschuldig te zijn in de mestfraudezaak, betaalde in 2016 toch maar de eerste rijtijdenboete en ging destijds niet in hoger beroep. In 2019 kreeg de mest- en transportondernemer daar spijt van, omdat er volgens zijn nieuwe raadsman achteraf gezien in 2015 geen sprake van een overtreding zou zijn geweest.

Slachtafval

Zijn raadsman zei tijdens de rechtszaak in Den Haag dat het de ILT toen al duidelijk had moeten zijn dat er geen sprake was van een overtreding en dat de boete ten onrechte was opgelegd. Alleen weigerde het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat de boete alsnog in te trekken en de al betaalde 41.000 euro terug te storten. „Dat kan toch niet”, opperde de raadsman van Daas. „Er was geen sprake van overtreding, omdat de boete voor een mesttransport was opgelegd, terwijl het om vervoer van slachtafval ging, waarvoor andere regels gelden.”

Een jurist van ILT en de minister zei tegen de Raad van State dat de boetezaak al in 2016 is afgedaan en dat de opmerkingen van de raadsman van Daas geen enkele aanleiding geven om de zaak te heropenen en alsnog de boete kwijt te schelden. Dan had hij toen maar in bezwaar en beroep moeten gaan, liet de raadsvrouw met zoveel woorden doorschemeren.

VOG

Wat de rechtszaak over de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) betreft zei een woordvoerder van de minister van rechtsbescherming, die over de VOG’s gaat, dat Daas in het najaar van 2019 strafrechtelijk is veroordeeld in de mestfraudezaak en dat die veroordeling, ook al loopt daar nog een hoger beroepszaak tegen, doorslaggevend is voor de weigering om een VOG te verlenen. En zonder VOG kan Daas geen transportbedrijf runnen. De raadsman van Daas ziet het anders. Die vindt dat zin cliënt in de mangel is genomen door een inspecteur van de ILT, die hem al in 2015 zou hebben toegebeten zijn mesttransportbedrijf kapot te willen maken.

Aantijgingen

„En wat is er nu eigenlijk allemaal overgebleven van al die aantijgingen en beschuldigingen, helemaal niets”, zei raadsman A. Brom. „Justitie eiste aanvankelijk 3,6 miljoen euro wederrechtelijk verkregen winst van Daas terug. Maar ze had geen poot om op te staan. Een kwartier voor aanvang van de rechtszitting in Den Bosch bood het OM Daas een schikking aan van slechts twee ton. Dat was omdat ze niets konden bewijzen. Daas stemde alleen maar met die schikking in, omdat hij anders nog jaren had moeten procederen en een veelvoud aan advocaat- en andere proceskosten kwijt zou zijn geweest. Daas wil zijn VOG zo snel mogelijk terug om zijn bedrijf weer te kunnen opstarten. Door dit gedoe is 39 man personeel op straat komen te staan. Het OM heeft niets bewezen, dat zal later in hoger beroep blijken.”

De Raad van State gaat het dossier Daas nog eens goed bestuderen en beslist binnen enkele weken of hij de boete van 41.000 euro terug moet krijgen en of hij alsnog recht heeft op een VOG. Uitspraken binnen enkele weken.