LNV moet opnieuw beslissen over openbaarheidsverzoek Animal Rights

De dierenrechtenorganisatie wil dat de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) de namen openbaar maakt van bedrijven waar levende dieren zitten tussen kadavers die door destructiebedrijf Rendac worden opgehaald. Animal Rights wil namen weten zodat er boetes kunnen worden uitgedeeld aan veehouders die in herhaling vallen. De organisatie wil ook weten om welke diersoorten het gaat.
Bedrijfsnamen
LNV liet het openbaarheidsverzoek (Wet openbaarheid van bestuur) dat op 29 oktober 2020 werd ingediend bijna anderhalf jaar in de la liggen. Vlak voor de zitting bij de Raad van State vorige maand gaf de NVWA aan de stichting 118 pagina’s met gegevens over aantallen levende dieren die voor destructie zijn aangeboden. De bedrijfsnamen waren weggelakt.
LNV en de NVWA vinden dat ze niets verkeerd hebben gedaan omdat het verzoek van Animal Rights geen milieu-informatie betrof. De Raad van State bepaalde woensdag dat het verzoek wel om milieu-informatie gaat. Dat betekent dat er binnen twee weken na 29 oktober 2020 een beslissing had moeten liggen. Alles moet binnen zes weken opnieuw, zegt de Raad van State.
Nieuwe beslissing
Omdat de NVWA Wob-verzoeken stelselmatig te lang laat liggen heeft de Raad van State een dwangsom van 100 euro per dag met een maximum van 15.000 euro opgelegd. De Wet openbaarheid van bestuur geldt niet meer sinds deze maand en is vervangen door de Wet open overheid. De uitspraak van de Raad van State betekent niet dat LNV nu de namen van de bedrijven bekend moet maken. Er komt een nieuwe beslissing die Animal Rights indien nodig weer kan aanvechten voor de rechter.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Rendac