Buren eisen intrekking vergunning van Brabantse melkveehouder die net begonnen is met bouwen

„Wij wonen al dertig jaar aan de Kievit in het agrarische gebied’’, vertelde Frans de Leijer. Hij bedoelde dat ze wel wat gewend zijn en niet overal een punt van maken. Met de kleine melkveehouderij tegenover hun huis hadden ze dan ook geen moeite. In 2009 verleende de gemeente Baarle-Nassau voor het veebedrijf een nieuwe milieuvergunning. In 2013 werd die gevolgd door een vergunning voor de bouw van een nieuwe stal. In 2016 gaf de provincie Noord-Brabant een natuurbeschermingsvergunning voor 470 stuks melkkoeien.

Bijna tien jaar

De Leijer reageerde er niet op. Daardoor werden de vergunningen onherroepelijk. Omdat op het bedrijf niets leek te gebeuren vroeg De Leijer in 2019 aan de gemeente om de vergunning voor de bouw van de stal in te trekken. „Komt er nou een groot veebedrijf of niet, dat wilde ik weten’’, zei De Leijer vrijdag tegen de Raad van State. ‘„De vergunning wordt al bijna tien jaar niet gebruikt’’, zei hij. Maar de gemeente weigerde in te trekken. Daar moet de Raad van State over beslissen.

Begonnen met de bouw

Pelkmans verkocht om gezondheidsredenen in 2018 voor een groot deel zijn fosfaatrechten. Nu die tijd voorbij is wil hij er weer tegenaan. In het eerste kwartaal van 2020 had hij willen beginnen met de bouw van de stal, maar toen brak Covid-19 uit. In het laatste kwartaal van 2020 zijn de bouwwerkzaamheden begonnen. Pelkmans doet het stapje voor stapje met eigen middelen gezien de houding van de bank en de onzekerheden door de stikstofcrisis. De rechtbank Zeeland-West-Brabant vond dat de melkveehouder vroeg genoeg, dat wil zeggen zo snel mogelijk na het intrekkingsverzoek, is begonnen. Dat het coronavirus voor vertraging heeft gezorgd vindt de rechtbank aannemelijk. Inmiddels is de fundering gestort.

De gemeente zegt er vertrouwen in te hebben dat de stal er komt en trekt de vergunning niet in. „Het mag daar gewoon’’, zei een woordvoerster. Uitspraak in hoger beroep over enkele weken.