'Koppeling tussen sloop stallen en ruimte-voor-ruimtewoningbouw is zoek'

Om die reden hopen omwonenden en Milieuvereniging De Groene Koepel dat ’s lands hoogste bestuursrechter een dikke streep haalt door een plan om drie ruimte-voor-ruimtewoningen tussen de Brielse-, Weimers- en Kettingdreef te bouwen. Want de bouw van drie woningen in het buitengebied van Breda is volgens de ruimte-voor-ruimte-regels van de provincie Noord-Brabant in principe alleen mogelijk als er sprake is van een 'aanzienlijke verbetering van de landschappelijke kwaliteit'.
Certificaten
Om die kwaliteitsverbetering te verwezenlijken moeten er elders in de regio, of zelfs provincie per woning minimaal duizend vierkante meter oude veestallen, of andere agrarische bebouwing zijn gesloopt. Om het allemaal wat 'eenvoudiger' te maken heeft de provincie in het verleden zogenoemde ruimte-voor-ruimte-certificaten in het leven geroepen. Een certificaat vertegenwoordigt elke 1.000 m2 gesloopte stalvloeroppervlak.
Tot 2017 hield de provincie een nauwgezette boekhouding bij van welke stallen, de grootte en waar op welk tijdstip de sloophamer er in ging. Sinds 2017 vertrouwt Noord-Brabant op een rijksregeling waarin een algemeen overzicht van gesloopt stalvloeroppervlak. Volgens de tegenstanders van de drie ruimte-voor-ruimtekavels in Prinsenbeek is er geen enkel hard bewijs dat daar daadwerkelijk stallen, of andere overbodig geworden agrarische bebouwing is gesloopt.
Aantoonbare verbeteringen
Volgens Rogier Hörchner, raadsman van de tegenstanders, werkte de ruimte-voor-ruimteregeling tot 2017 veel beter en leverde dat aantoonbare verbeteringen van natuur en landschap in Brabant op. „Nu is er geen enkele koppeling meer en komen er steeds meer woningbouwprojecten op plekken waar nooit iets gestaan heeft, of op plekken die juist een aantasting van het open landschap en natuur betekenen. De drie aan de Kettingdreef en Brielsedreef geplande woningen komen op open landbouwgrond van een kweek- en tuinbouwbedrijf. Daar is de ruimte-voor-ruimteregeling nooit voor bedoeld”, aldus zegsman Hörchner.
De Raad van State stelde een groot aantal kritische vragen, vooral aan de provinciewoordvoerder. Die had moeite uit te leggen waarom de bouw van drie woningen daar ter plekke tot een aanzienlijke landschappelijke verbetering leidt. Ook in andere ruimte-voor-ruimtezaken die de Raad van State donderdag behandelde bleek dat de provincie onder zware landelijke druk staat om de komende jaren ruimte te vinden voor de bouw van honderdduizend nieuwe woningen in Noord-Brabant.
Dwingen
Of de Raad van State de provincie gaat dwingen om de ruimte-voor-ruimteregeling weer veel strenger te gaan toepassen blijkt over enkele weken uit de uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel