Boxtel blijft dwarsliggen bij bouw nieuwe koeienstal

Het onhandige van het bedrijf van Van Kasteren is dat het op een locatie ligt waar twee bestemmingen gelden. Het grootste deel van het bedrijf ligt in landelijk gebied waar grondgebonden veehouderij mag. Een kleiner deel ligt in bestaand stedelijk gebied. Zo’n tien jaar geleden vond de gemeente dat nog geen probleem. Van Kasteren kreeg toen een vergunning eerste fase voor de nieuwe stal.

Ontheffing

Zodra hij een vergunning voor de tweede fase had kon hij zijn melkveebedrijf uitbreiden van 185 stuks melkvee nu naar 360 melkkoeien. Zover kwam het bijna. In 2018 kreeg hij een ontwerpvergunning voor de tweede fase. Maar toen kwam er een kink in de kabel. Een buurman maakte bezwaren. Plus de Verordening Ruimte 2017 van de provincie Noord-Brabant was in werking getreden. Die blokkeerde de bedrijfsuitbreiding. Tenzij er een ontheffing zou komen van de provincie. Die moet worden aangevraagd door de gemeente. Maar Boxtel wil de nieuwe stal niet meer. De gemeente weigerde de vergunning voor de tweede fase en wil geen ontheffing bij de provincie aanvragen. Boxtel zegt bezorgd te zijn geworden over de impact van een groeiend melkveebedrijf op het kerkdorp Lennisheuvel.

Van Kasteren stapte vrijdag opnieuw naar de Raad van State. De vraag die daar op tafel ligt is of de gemeente verplicht kan worden om bij de provincie een ontheffing aan te vragen waarmee Van Kasteren verder kan. De gemeente betoogt dat die verplichting niet kan worden opgelegd. De Raad van State gaat daar een einduitspraak over doen.