Pachtprijzen landbouwgrond stijgen harder dan gebruikelijk

De stijging van de pachtnormen in 2023 varieert van 12 tot 15 procent in Bouwhoek en Hogeland, Veenkoloniën en Oldambt, IJsselmeerpolders en Zuidwest-Brabant, tot een toename van 37 tot 54 procent in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied, Zuid-Limburg, het Zuidelijk veehouderijgebied en in Waterland en Droogmakerijen.

Inkomens fors hoger

De grondbeloning per pachtprijsgebied wordt afgeleid van het inkomen van akkerbouw- en melkveebedrijven in het gebied. In de melkveehouderij is een zeer matig inkomensjaar (2016) vervangen door een jaar (2021) met een inkomen dat ruim boven het langjarig gemiddelde ligt.

In de akkerbouw lag landelijk gezien het inkomen in 2016 wat lager dan het langjarig gemiddelde, terwijl het inkomen in 2021 daar ver bovenuit steekt.

Regionale verschillen

Achter deze gemiddelden gaan regionale verschillen schuil die onder meer samenhangen met productieomstandigheden (grond, klimaat: nat/droog, beschikbaarheid water), bouwplan (samenstelling/intensiteit), bedrijfsgroottestructuur en marktomstandigheden.

Ook in de melkveehouderij zijn er regionale verschillen in hoogte en ontwikkeling van het inkomen, maar minder uitgesproken dan in de akkerbouw.

Bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor bedrijfsgebouwen voor 2023 stijgt met 3,72 procent. De maximale huurprijsgrenzen voor agrarische woningen worden afgeleid van de ‘Maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woonruimten’ op basis van het Besluit huurprijzen woonruimte.

Huurprijzen plus 10 procent

Per 1 juli 2023 stijgen de huurprijsgrenzen met 10,0 procent (inflatiepercentage kalenderjaar 2022). Hiermee stijgen de pachtprijzen meer dan gebruikelijk. Dit komt gedeeltelijk door de bovengemiddelde opbrengsten in het jaar 2021 en gedeeltelijk door de bovengemiddelde inflatie van het voorbije jaar.

Pachtprijzenbesluit

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor 2023 zijn door Wageningen Economic Research berekend volgens de uitgangspunten van het Pachtprijzenbesluit 2007. Volgens dat besluit zijn de nieuwe pachtnormen berekend op basis van de bedrijfsresultaten van middelgrote en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2017-2021; die van 2022 op basis van de bedrijfsresultaten in de jaren 2016-2020.